Het Europese Hof van Justitie heeft recentelijk in twee zaken antwoord gegeven op de vraag of een werkneemster, die wegens zwangerschap ander werk verricht of niet werkt, het recht behoudt op toelagen behorende bij de eigen functie.

In de eerste zaak ging het om een arts-assistente (Gassmayr) die naast een basissalaris een beschikbaarheidsdiensttoelage ontving voor gewerkte overuren. Tijdens haar zwangerschap mocht de werkneemster niet werken. Er werd geen beschikbaarheidsdiensttoeslag aan haar doorbetaald omdat naar Oostenrijks recht die toeslag niet hoeft te worden doorbetaald indien niet daadwerkelijk dergelijke diensten zijn verricht. 

 

In de tweede zaak ging om een hoofd cabinepersoneel bij een luchtvaartmaatschappij (Parviainen) die wegens zwangerschap tijdelijk grondwerkzaamheden moest verrichten. Ook in haar geval werd een aantal functiegerelateerde toelagen – voor nachtwerk, zondagswerk en voor lange-afstandvluchten – niet doorbetaald.

 

Geen verplichting tot doorbetaling

De vraag was of dit in strijd met Europese regelgeving (EU Richtlijn 92/85 ter bescherming van de rechtspositie van de zwangere werkneemster) is. Nee, zo oordeelde het Europese Hof van Justitie. Lidstaten zijn niet verplicht om toelagen, die verband houden met specifieke werkzaamheden en die beogen de ongemakken daarvan te compenseren, door te betalen als niet in die functie is gewerkt. Een zwangere werkneemster die tijdelijk ander werk verricht, heeft – uiteraard – wel recht op de toelagen behorende bij dat tijdelijke werk.

 

Hof van Justitie EU, 1 juli 2010, C194/08 en C471/08 (Grassmayr en Parviainen)

 

Tip: De verplichting tot doorbetaling van salaris aan werkneemsters die tijdens zwangerschap tijdelijk ander werk verrichten of niet werken, heeft niet op alle loonbestanddelen betrekking.