Staatssecretaris Weekers van Financiën laat er geen gras over groeien: hij heeft mede namens staatsecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid al op 15 april j.l. het wetsvoorstel Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioenen en maximering pensioengevend loon aan de Tweede Kamer aangeboden.

De maatregel, die op 1 januari 2014 in werking moet treden, is nodig omdat werknemers steeds langer doorwerken en een hogere levensverwachting hebben. De huidige pensioenwetgeving zou niet helemaal goed aansluiten op de realiteit.

In het Regeerakkoord is vastgelegd dat het kabinet hecht aan een constructieve samenwerking met sociale partners als het gaat om hervormingen op de arbeidsmarkt. Ondertussen hebben sociale partners een onderhandelingsakkoord bereikt dat het kabinet ondersteunt. Daarin is het kabinetsbesluit bevestigd de ambitie ten aanzien van de pensioenhoogte in te perken en in lijn te brengen met de norm dat met 40 jaar iedereen redelijk in staat moet zijn een pensioen bij elkaar te sparen van 70 procent van het gemiddeld verdiende loon (middelloonregeling) en 62 procent bij een eindloonregeling. Deze percentages gelden als de pensioenuitkering ingaat bij het bereiken van de pensioenrichtleeftijd. Die ligt vanaf 2014 op 67 jaar en wordt daarna gekoppeld aan de levensverwachting.

Opbouwpercentages

Het maximumopbouwpercentage per dienstjaar wordt dan bij middelloonregelingen 1,75 procent en bij eindloonregelingen 1,55 procent. Voor pensioenen die zijn gebaseerd op een beschikbarepremieregeling worden nog maatregelen genomen. Het maximaal fiscaal gefaciliteerde opbouwpercentage wordt met 0,4% verlaagd. Bovendien vervalt per 1 januari 2015 de fiscale facilitering van pensioen boven een pensioengevend loon van 100.000 euro per jaar.

Met werkgevers en werknemers heeft het kabinet afgesproken voor 1 juni 2013 met alternatieven voor of aanvullingen op de voorgestelde maatregelen te komen.