Met invoering van de Wet Transparante en Voorspelbare Arbeidsvoorwaarden per 1 augustus 2022 is een verbod op het verrichten van nevenwerkzaamheden niet langer toegestaan. In een onlangs gepubliceerde uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden werden nevenwerkzaamheden die al ruim vóór 1 augustus jl. waren aangevangen ook getoetst aan het nieuwe artikel 7:653a BW.

Het nieuwe wetsartikel zoals dat vanaf 1 augustus 2022 geldt, luidt als volgt:

Artikel 7:653a BW

  1. Een beding waarbij de werkgever verbiedt of beperkt dat de werknemer voor anderen arbeid verricht buiten de tijdstippen waarop de arbeid moet worden verricht bij die werkgever, is nietig, tenzij dit beding kan worden gerechtvaardigd op grond van een objectieve reden.
  2. De werkgever mag de werknemer niet benadelen wegens de omstandigheid dat de werknemer in of buiten rechte de in dit artikel aan hem toegekende rechten geldend maakt, ter zake bijstand heeft verleend of een klacht hierover heeft ingediend.

In de Europese richtlijn waar voornoemd artikel op gebaseerd is wordt een aantal voorbeelden genoemd van situaties waarin de werkgever zich kan beroepen op een verbod om de werknemer voor een andere arbeid te laten verrichten (de zogenoemde ‘objectieve rechtvaardigingsgronden’):

  • gezondheid en veiligheid (bijv. bij overschrijding van de Arbeidstijdenwet);
  • de bescherming van vertrouwelijkheid van bedrijfsinformatie;
  • de integriteit van overheidsdiensten; of
  • het vermijden van belangenconflicten.

Ik schreef al dat de wet op 1 augustus 2022 is ingegaan. Echter, in onderstaande vandaag gepubliceerde uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden werden nevenwerkzaamheden die al ruim vóór 1 augustus jl. waren aangevangen ook getoetst aan het nieuwe artikel 7:653a BW (zie r.o. 5.15-5.17). De werkgever had hier volgens het Hof moeten aantonen dat zij over ‘objectieve redenen’ beschikte om betreffende nevenwerkzaamheden te mogen weigeren. Dit was haar overigens niet gelukt.

Vorenstaande betekent dat ook vóór 1 augustus 2022 verrichte nevenwerkzaamheden worden getoetst aan het (op 1 augustus 2022 in werking getreden) nieuwe artikel 7:653a BW.

Op 6 september 2022 oordeelde de kantonrechter Haarlem (AR-2022-1051) overigens al dat (het nieuwe) artikel 7:653a BW op 1 augustus 2022 onmiddellijk in werking is getreden en ook van toepassing is op arbeidsovereenkomsten die zijn gesloten vóór deze datum.

Gevolg hiervan is dat vanaf 1 augustus 2022 werkgevers ook voor ‘oude’ nevenwerkzaamhedenbedingen alsnog een objectieve rechtvaardiging nodig hebben.

Dus: werkgevers, houd ook in geval van discussies over nevenwerkzaamheden die werden verricht vóór 1 augustus 2022 er rekening mee dat een gewenst verbod wordt getoetst aan het nieuwe, op 1 augustus 2022 in werking getreden, artikel 7:653a BW.

En omgekeerd: word je als werknemer door je werkgever geconfronteerd met een verbod of boete in verband met het verrichten van nevenwerkzaamheden, beroep je dan op het nieuwe artikel 7:653a BW. Óók in het geval die werkzaamheden reeds (ruim) vóór 1 augustus 2022 door jou werden verricht.

ECLI:NL:GHARL:2022:9231