Migranten hebben in de afgelopen 10 jaar vaker werk kunnen vinden. Tussen 2000 en 2001 was, in de 34 landen die aangesloten zijn bij de OESO, 36,6 procent van de migranten werkloos. In de periode 2009-2010 lag het werkloosheidspercentage op 35 procent. Dat blijkt uit een rapport van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) naar de integratie van migranten.

Tussen 2000 en 2001 was er een verschil van vier procent met betrekking tot het werkloosheidspercentage met de autochtone arbeiders. In de periode 2009-2010 is dit verschil gekrompen naar iets meer dan 2,5 procent.

Vrouwelijke migranten blijven achter

Vrouwelijke migranten vinden veel minder snel een baan dan mannelijke, vooral in Zweden, België en Nederland. Zo hadden in 2010 73,3 procent van de arbeidsmigranten een baan, terwijl slechts 59,5 procent van de vrouwen dit had.

Nederland onder het gemmiddelde

Het percentage arbeidsmigranten dat in Nederland een baan vindt ligt lager dan dan het gemiddelde percentagenonder de 34 aangesloten landen. In 2000 hadden 61 procent van de arbeidsmigranten een baan, in 2010 is dit gestegen naar 65,5 procent. Het verschil met de autochtone arbeidsbevolking was in 2000 14,4 procent, in 2010 bijna 12 procent.