Werkgevers trekken alle registers open op de huidige krappe arbeidsmarkt. Vrijwel alle denkbare immateriële en materiële instrumenten worden gebruikt om medewerkers aan te trekken of te behouden. Dat blijkt uit een enquête van werkgeversvereniging AWVN onder haar leden.

Uit het onderzoek blijkt dat vier op de vijf Nederlandse werkgevers (79 procent) last heeft van de krappe arbeidsmarkt. De krapte wordt het sterkst gevoeld binnen de functiefamilie techniek (51% van de werkgevers) gevolgd door productie (28%) en ICT (27%). Vooral het tekort aan technici en ICT’ers is verder toegenomen, zo blijkt uit vergelijking met onderzoeksresultaten uit 2008 – toen de arbeidsmarkt aan de vooravond van de economische crisis ook zeer krap was. Verder blijkt dat de krapte omhoog ‘schuift’ wat betreft opleidingsniveau. Nu is het tekort aan HBO’ers het nijpendst. In 2008 gold dat nog voor MBO-niveau.

Immateriële instrumenten

Het aanbieden van ontwikkelingsmogelijkheden (76 procent van de werkgevers past dit toe) is populair om nieuwe medewerkers aan te trekken of huidige vast te houden. Dit sluit aan bij de andere oriëntatie van nieuwe generaties werkenden. Verder wordt het vaste contract veelvuldig ingezet om mensen aan te trekken of juist te binden: 63 procent van de werkgevers doet dit.

Financiële instrumenten

Van de financiële instrumenten die werkgevers toepassen, is hoger inschalen de populairste maatregel: 68 procent van de werkgevers gebruikt dit middel. Als werkgevers extra betalen, dan betekent dat gemiddeld 8,5 procent extra salaris voor de nieuwkomer. De percentages 5 en 10 aan extra loon zijn daarbij het gebruikelijkst. Opmerkelijk is het percentage werkgevers dat zittend personeel een aanbrengpremie geeft voor het werven van een nieuwe collega: 62 procent. De variatie in hoogte van deze beloning is enorm en loopt uiteen van enkele tientjes tot duizenden euro’s.

AWVN ziet in de onderzoeksuitkomsten een bevestiging dat de krappe arbeidsmarkt de prijs van arbeid verhoogt en dat veel werknemers behalve een verhoging van het ‘gewone’ (cao-)loon ook incidenteel meer loon krijgen.