Dat het wetsvoorstel verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd belangrijk afwijkt van het Pensioenakkoord dat eerder met het kabinet is afgesloten, is voor de Stichting van de Arbeid - het overlegorgaan van de sociale partners - reden tot grote zorg. Zij vraagt om het wetsvoorstel zorgvuldig in de Tweede Kamer te behandelen.

Het kabinet maakte eerder met de sociale partners afspraken over een verhoging van de AOW-leeftijd naar 66 jaar in 2020. Maar de vijf partijen van het Lenteakkoord willen de AOW-leeftijd al vanaf 2013 geleidelijk optrekken. Op die manier komt deze in 2019 op 66 jaar uit en in 2023 op 67.

 

De sociale partners hebben er begrip voor maar maken zich ook zorgen. De Stichting van de Arbeid wijst daarbij op het advies van de Raad van State om de AOW-wijzigingen niet al in 2013 in te voeren. De SvdA vraagt de Kamer dan ook het nieuwe wetsvoorstel zorgvuldig te behandelen.

 

Prepensioen en zware beroepen

Verder maken de sociale partners zich zorgen over de manier waarop Kamp de inkomensgevolgen voor prepensioeners wil regelen. Zij lopen met het wetsvoorstel een of meerdere maanden AOW mis. De minister wil hen een snel terug te betalen voorschot geven. De SvdA kan dit ‘niet als een serieuze oplossing voor deze problematiek’ zien. Zij willen ‘een echte compensatieregeling’.

Ook werknemers met zware beroepen komen er in het Lenteakkoord niet goed vanaf aldus de sociale partners. De mogelijkheid om de AOW eerder in te laten gaan is namelijk geschrapt.