Arbeidspatronen worden van generatie op generatie doorgegeven. Volgens Van Putten spelen ouders een veel grotere rol in het arbeidsleven van hun kinderen dan iedereen vermoedt. Zelfs wanneer die kinderen op hun beurt weer voor nageslacht zorgen. Zo blijken moeders met jonge kinderen aanzienlijk meer uren te werken wanneer de opa’s en oma’s hen huishoudelijke klusjes uit handen nemen. Van Putten hierover: “Blijkbaar is het niet alleen de kinderopvang waar het aan schort, ook alle onzichtbare huishoudelijke klusjes staan de tijdsbesteding van vrouwen aan betaald werk in de weg.”
Uren
Nederlandse vrouwen lopen niet achter in arbeidsparticipatie, maar wel in het aantal arbeidsuren. In de rest van de westerse wereld ligt het aantal door vrouwen gewerkte uren hoger dan in Nederland.