Vaders die huishoudelijke taken op zich nemen, geven hun zoons het goede voorbeeld. Dochters van huismoeders zullen later minder uren maken op de arbeidsmarkt dan dochters van werkende moeders. Dat beweert Anne van Putten, die donderdag aan de Universiteit van Utrecht op het onderwerp promoveert.

Arbeidspatronen worden van generatie op generatie doorgegeven. Volgens Van Putten spelen ouders een veel grotere rol in het arbeidsleven van hun kinderen dan iedereen vermoedt. Zelfs wanneer die kinderen op hun beurt weer voor nageslacht zorgen. Zo blijken moeders met jonge kinderen aanzienlijk meer uren te werken wanneer de opa’s en oma’s hen huishoudelijke klusjes uit handen nemen. Van Putten hierover: “Blijkbaar is het niet alleen de kinderopvang waar het aan schort, ook alle onzichtbare huishoudelijke klusjes staan de tijdsbesteding van vrouwen aan betaald werk in de weg.”

 

Uren

Nederlandse vrouwen lopen niet achter in arbeidsparticipatie, maar wel in het aantal arbeidsuren. In de rest van de westerse wereld ligt het aantal door vrouwen gewerkte uren hoger dan in Nederland.