De medezeggenschapsraad van een basisschool is door de Schoolstichting gevraagd advies uit te brengen over een nieuwe schoollocatie. De raad heeft hiervoor een adviseur ingehuurd, die mede in de periode nadat de plannen voor de nieuwe schoollocatie zijn afgeblazen, kosten heeft gemaakt. De Stichting weigert de gehele omvang van de kosten voor de adviseur, mede na bekendmaking om af te zien van de nieuwbouwplannen, te vergoeden. Hierop vordert de medezeggenschapsraad  veroordeling van de Stichting in de proceskosten en vergoeding van alle kosten verbonden aan de adviseur.

De Stichting heeft aangevoerd  dat de medezeggenschapsraad niet-ontvankelijk is in zijn vordering, nu de helft van de personeelsgeleding van de medezeggenschap niet heeft ingestemd met het instellen van deze vordering. De Ondernemingskamer verwerpt dit verweer en stelt dat de wijze waarop de medezeggenschapsraad besloten heeft gebruik te maken van zijn procesbevoegdheid een interne aangelegenheid van de medezeggenschapsraad is en dat mogelijke gebreken in die besluitvorming op zichzelf niet leiden tot niet-ontvankelijkheid van de medezeggenschapsraad.

 

Controle declaraties medezeggenschapsraad

Ingaande op de vordering van de medezeggenschapsraad stelt de Ondernemingskamer voorop dat voor de toewijsbaarheid van de vordering beslissend is of de gemaakte kosten zijn aan te merken als ‘redelijkerwijs noodzakelijke kosten van medezeggenschapsactiviteiten’ in de zin van artikel 28 WMS. Deze maatstaf biedt aan de medezeggenschap een zekere beoordelingsvrijheid, zolang de kosten redelijkerwijs noodzakelijk zijn. De Ondernemingskamer gaat per declaratie na of de kosten redelijkerwijs noodzakelijk zijn voor de vervulling van de wettelijke taak van de medezeggenschapsraad.

 

De Ondernemingskamer komt tot het oordeel dat enkele declaraties hier niet aan voldoen, doordat de medezeggenschapsraad zich buiten de grenzen van zijn wettelijke rol heeft begeven. De Stichting is echter wel gehouden tot vergoeding van de kosten van rechtsbijstand in de onderhavige procedure, nu deze kosten noodzakelijk zijn  om tot beslechting van het geschil te komen. Hier doet niet aan af dat de medezeggenschapsraad in overwegende mate in het ongelijk wordt gesteld.

 

Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam, 17 april 2012, LJN: BW4133

 

Tip: Let erop dat de kosten die gemaakt worden voor rechtsbijstand binnen de wettelijke taak blijven van de medezeggenschapsraad en daarnaast redelijkerwijs noodzakelijk zijn. Is hier niet aan voldaan, dan zullen de kosten niet hoeven te worden betaald door de bestuurder.