De mogelijkheid betaald ouderschapsverlof op te nemen bestaat sinds 2022, maar het gebruik van de regeling kwam aarzelend uit de startblokken. Voor Scandinavische begrippen is de Nederlandse regeling voor betaald ouderschapsverlof bescheiden: Zweden kent een recht op 16 maanden, terwijl Nederland 9 weken betaald verlof toestaat.
Onbetaald verlof
Beide ouders kunnen aanspraak maken op het verlof, dat zij binnen het eerste levensjaar van de baby of het kind moeten opnemen. Ze krijgen 70 procent van hun dagloon (inclusief 8 procent vakantiegeld), tot 70 procent van het maximumdagloon. Het staat de werkgever vrij aan te vullen tot 100 procent, maar dat is geen plicht, tenzij in de cao overeengekomen.
Iedere ouder heeft in totaal 26 weken recht op ouderschapsverlof, gerelateerd aan het aantal wekelijkse uren van het arbeidscontract.
Stel iemand heeft een aanstelling voor 36 uur per week. Dan heeft deze ouder in totaal recht op 936 uur ouderschapsverlof (26 x 36).
De ouder kan dat opnemen tot het kind 8 jaar is. Wel moet de medewerker deze 9 weken opnemen in het eerste levensjaar van het kind. Doet hij/zij dat niet, dan is de resterende periode onbetaald, net als de overige 17 van de 26 weken die overblijven.
Ouderschapsverlof weigeren
Ouderschapsverlof weigeren mag in principe niet, tenzij de werkgever kan aantonen dat sprake is van ‘een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang’.
Schaarste aan bepaalde werknemers of zeldzame expertise worden zo niet gezien, aldus een Rotterdamse rechter. “Op grond van de Wet arbeid en zorg (Wazo) is het uitgangspunt dat een werknemer zijn ouderschapsverlof kan opnemen gedurende een periode en op de wijze die hij kiest.” De werknemer heeft veel vrijheid bij de invulling ervan.
De bijzonderheden van de verschillende verlofopties nog eens op een rij
- Op de dag van de bevalling nemen partners calamiteitenverlof. Dat wordt volledig doorbetaald.
- Rondom de bevalling is er voor moeders 16 weken lang verlof, eveneens volledig doorbetaald. Vier tot zes weken kunnen ze al opnemen vóór de uitgerekende datum, en tien tot twaalf weken na de bevalling.
- Partners hebben recht op één week volledig doorbetaald geboorteverlof (ook wel partnerverlof of vaderschapsverlof genoemd), naar eigen inzicht op te hemen maar wel binnen vier weken na de geboorte van het kind. Het loon wordt tijdens dit verlof volledig doorbetaald.
- Naast geboorteverlof mag de partner gemiddeld ook maximaal vijf weken aanvullend verlof opnemen. De partner ontvangt dan geen salaris, maar een uitkering van het UWV, ter hoogte van maximaal zeventig procent van het dagloon. De werkgever betaalt de uitkering aan bij UWV en betaalt de medewerker uit.
- In de daaropvolgende periode, hebben beide ouders recht op gedeeltelijk betaald ouderschapsverlof, totdat het kind één jaar oud is. Dat gaat om maximaal negen werkweken, die verspreid over het hele jaar mogen worden opgenomen. Veel ouders nemen bijvoorbeeld één dag per week vrij, of een aantal uren per dag.
- Bij adoptie of het opnemen van een pleeg- of stiefkind jonger dan 8 jaar moet dat binnen één jaar na opname in het gezin.
- Het kind waarvoor ouderschapsverlof wordt aangevraagd, moet op hetzelfde adres wonen.
Stijging ouderschapsverlofaanvragen
Het UWV noteerde in het tweede jaar een stijging van 20 procent van het aantal ouderschapsverlofaanvragen. Tussen augustus 2023 tot augustus 2024 kwamen er ruim 170.000 aanvragen binnen, nadat het in het eerste jaar bleef steken op ruim 140.000.
Van die aanvragen werd 90 procent goedgekeurd. Werkgevers kunnen vergoeding van het verlof nog tot vijftien maanden na de geboorte doorgeven. Daardoor komt het aantal aanvragen bij het UWV later op gang. De uitkering wordt pas achteraf betaald op basis van ingediende betaalverzoeken.
Verschil mannen en vrouwen kleiner
Van de verlofaanvragen kwam volgens het UWV het laatste jaar voor rond de 40 procent op het conto van vaders. Een jaar eerder was dat nog 33 procent van de aanvragen.
Moeders vragen nog steeds vaker verlof aan dan partners, maar het verschil wordt kleiner. Mannen zijn vooral (meer) gaan thuiswerken of op andere tijden en dagen. Vrouwen kozen voor minder uren werken, en/of ook op andere tijden of dagen.
Gemiddeld namen ouders 8,2 weken van de toegestane negen weken betaald ouderschapsverlof op. Lager opgeleide ouders maken, vaak om financiële redenen, minder vaak gebruik van het recht dan middelbaar opgeleide en hoogopgeleide ouders, blijkt verder uit cijfers van het CBS over 2023.
Opvallend is dat parttime werkenden vaker ouderschapsverlof opnamen dan werknemers met een voltijds dienstverband.
Woud aan verlofopties
Intussen zijn de verlofopties verworden tot een ondoorzichtig woud, klagen werkgevers. Dat erkende voormalige minister Van Gennip; zij wilde vereenvoudiging.
De SER adviseert het huidige kabinet verlofregelingen te clusteren en onder te brengen in een nieuwe Wet maatschappelijk verlof. Die moet drie pijlers bevatten: zorg voor kinderen, zorg voor naasten en persoonlijk verlof. Beter volgens de raad, omdat onoverzichtelijkheid het opnemen van verlof remt en voor werkgevers de administratieve last vergroot.
Regels die bijvoorbeeld gaan over de zorg voor kinderen komen dan bij elkaar te staan, als het aan de SER ligt.
Ook adviseerde de raad dat de overheid meer meebetaalt aan ouderschapsverlof. De huidige bijdrage staat volgens de raad niet in verhouding tot de grote maatschappelijke baten van verlofvormen: verhoogde motivatie en prestaties, betere werk-privébalans, minder ziekteverzuim.
Verplicht overleg
De SER bepleit verder een verplichting tot goed overleg over de wijze van opnemen. Daarbij tellen wederzijdse wensen en behoeften. Die verplichting geldt nu niet.
Het UWV adviseert een klimaat te creëren waarin verlof open kan worden besproken, zodat een verlofverzoek niet uit de lucht komt vallen. De werkgever heeft dan ook meer mogelijkheid om na te denken over vervanging.