De wijzigingen in de vierde nota betreffen:
- Het kabinet wil het doorwerken van 62-plussers extra stimuleren en voorkomen dat vitaliteitssparen wordt gebruikt om vervroegd met pensioen te gaan. Daartoe kan 20 procent revisierente worden berekend over het totale belastbare voordeel uit vitaliteitssparen (de opname plus de resterende vitaliteitstegoeden) met ingang van het kalenderjaar waarin men de leeftijd van 62 jaar bereikt en meer dan € 10.000 heeft opgenomen.
- De staatssecretaris verduidelijkt dat belastingrente niet alleen kan worden vergoed als de inspecteur een onjuist standpunt heeft ingenomen over de hoogte van de af te dragen belasting, maar ook als er sprake is van een onjuist standpunt van de inspecteur over de omvang van de belastingteruggaaf.
- De nieuwe renteregeling gaat gelden voor aanslagen inkomstenbelasting 2012 en aanslagen vennootschapsbelasting voor boekjaren die aanvangen op 1 januari 2012 of later. In de vierde nota van wijziging wordt voorgesteld dat ook belastingaanslagen vennootschapsbelasting die betrekking hebben op een kort boekjaar 2012 en die na afloop van het boekjaar maar nog in 2012 worden vastgesteld onder het nieuwe regime van de belastingrente vallen. De staatssecretaris vindt het uit oogpunt van eenvoud wenselijk dat op al deze aanslagen hetzelfde renteregime -alleen dat van de belastingrente en niet dat van de heffingsrente en invorderingsrente- van toepassing is.
- In de vennootschapsbelasting komt de winstvermindering ingevolge een RDA-beschikking (RDA = Research & Development Aftrek) niet ten laste van de grondslag van de innovatiebox. Dit is gunstig omdat de in de innovatiebox belastbare voordelen slechts worden belast tegen een percentage van 5 procent.
- De in de Successiewet 1956 opgenomen vrijstellingsbedragen die gelden voor schenkingen, erfrechtelijke verkrijgingen en bedrijfsopvolgingen worden niet in het begin van het kalenderjaar 2012 geïndexeerd. Dat betekent dat eenmalig voor 2012 de tariefschijfgrenzen niet worden opgetrokken en ook de diverse vrijstellingsbedragen die gelden voor schenkingen, erfrechtelijke verkrijgingen en bedrijfsopvolgingen niet worden verhoogd.