Een belastingplichtige dient op 2 november 2006 een aanvraag in voor de tegemoetkoming kinderopvang voor het jaar 2005. De termijn voor het indienen van de aanvraag liep af op 31 augustus 2006. Door de belastingplichtige werd niet eerder een aanvraag voor tegemoetkoming kinderopvang gedaan. De inspecteur stelt de tegemoetkoming vast op nihil, omdat de aanvraag buiten de termijn is ingediend.
Inspecteur in gelijk gesteld
Rechtbank ‘s-Gravenhage beslist dat de inspecteur van de Belastingdienst de tegemoetkoming kinderopvang terecht op nihil heeft vastgesteld. De aanvraag was niet binnen de termijn ingediend. Ook had de belastingplichtige nog niet eerder een aanvraag voor tegemoetkoming in de kinderopvang (kinderopvangtoeslag) ingediend. De rechtbank moet de keuze van de wetgever respecteren.
Ambtshalve vaststelling
Als na de uiterste indieningdatum geen aanvraag is ingediend, terwijl er wel op een eerder tijdstip een aanvraag is gedaan, kan de tegemoetkoming ambtshalve worden vastgesteld.
Uitzondering
De uiterste indieningdatum mag worden overschreden, als de ouder of zijn toeslagpartner om uitstel voor de aangifte inkomstenbelasting heeft verzocht. De kinderopvangtoeslag kan dan worden aangevraagd tot de datum, waarop deze aangifte moet zijn ingediend.
Vanaf 2009 geldt een andere uiterlijke inleverdatum inkomstenbelasting. Aangiften moeten vanaf 2009 vóór 1 mei in plaats van vóór 1 april zijn ingediend.