Werknemers bereiden zich wereldwijd slecht voor op hun pensioen. Dat komt door te weinig kennis en interesse. Bovendien zorgt de economische crisis ervoor dat werknemers geen geld hebben om opzij te zetten voor later. 62 procent van de werknemers denkt daarom langer te moeten doorwerken, in Nederland is dat zelfs de hoogste score: 68 procent. Dat blijkt uit onderzoek van Aegon naar de pensioenvoorbereiding in twaalf landen.

In totaal ging het om 12.000 mensen in 12 landen in Europa, Azië en Noord-Amerika.


Belangrijkste bevindingen voor Nederland

• Werknemers willen een gegarandeerd pensioen maar zijn niet bereid ervoor te betalen: 73 procent wil zekerheid over de hoogte van het pensioeninkomen, zelfs als dat ten koste gaat van het rendement. Maar 33 procent is niet bereid om meer te betalen voor een dergelijk pensioen en 41 procent wil slechts 5 procent meer betalen.
• Nederlanders zijn zich slechter gaan voorbereiden op hun pensioen. De Aegon Retirement Readiness Index (ARRI) is voor Nederland gedaald van 5,5 naar 4,9 (op een schaal van 0 tot 10). De ARRI meet de mate waarin werknemers zijn voorbereid op hun pensioen.
• Mensen verwachten een sober pensioen in de toekomst. Bijna driekwart (71 procent) denkt dat toekomstige generaties slechter af zullen zijn tijdens hun pensioen dan huidige gepensioneerden.
• Pensioen roept vooral positieve gedachten op. Mensen associëren ‘met pensioen gaan’ eerder met positieve zaken als vrije tijd (57 procent) en vrijheid (36 procent), dan met negatieve aspecten, zoals armoede (14 procent) of slechte gezondheid (3 procent).