In onderstaande uitspraak stelde werkgever dat sprake was van verval van vakantiedagen. Maar werkgever erkende in de procedure tevens dat zij niet wist hoe het zat met het recht op (en verval van) vakantiedagen en werknemer daar ook niet op heeft gewezen.
Op nauwkeurige wijze en tijdig informeren
De rechter oordeelt dat in de uitspraken van het Europese Hof van Justitie van 6 november 2018 (Max Planck/Shimizu en Kreuziger/Land Berlin) is bepaald dat de werkgever de werknemer op nauwkeurige wijze en tijdig moet informeren over zijn vakantierechten, zodat deze daar nog gebruik van kan maken, bij gebreke waarvan het recht op vakantie en/of een financiële vergoeding voor niet-opgenomen dagen niet komt te vervallen.
Nu werkgever werknemer niet over zijn vakantierechten heeft geïnformeerd, hem niet in staat heeft gesteld de vakantiedagen op te nemen en hem niet over de gevolgen van het niet opnemen heeft geïnformeerd, komt werkgever geen beroep op het verval/de verjaring van vakantiedagen toe.
Dus (nogmaals) werkgevers: je kunt op 1 juli niet automatisch er vanuit gaan dat de dan nog over het vorige jaar openstaande, niet genoten wettelijke vakantiedagen zijn komen te vervallen. Informeer je werknemers aan het begin van het nieuwe jaar er tijdig op of en zo ja, welk (wettelijk) tegoed nog bestaat, stel je werknemers in de gelegenheid die dagen nog voor 1 juli op te nemen en wijs ze op de gevolgen wanneer ze dat niet doen (verval).