Het kabinetsvoornemen om de Witteveenkader te beperken moet een kleine 2 miljard euro belastinginkomsten opbrengen. Omdat dit naar voren halen van de belastingopbrengsten een verlies van bijna een kwart van de pensioenopbouw voor alle werkende Nederlanders betekent, blijkt hiertegen veel weerstand te bestaan bij de sociale partners en bij de politiek. Ook de Samenwerkende Ondernemingsraden roepen op deze maatregel niet om te zetten in wetgeving.  Om de benodigde opbrengst toch te realiseren bieden zij een alternatief.

Alternatief voor beperking Witteveenkader
 

Samenwerkende Ondernemingsraden*, prof. dr. Ponds, prof. dr. Bovenberg

–Vermogensrendementsheffing van 0,2% voor pensioenfondsen–


Kenmerken

Forfaitaire jaarlijkse heffing over het vermogen van pensioenfondsen
Indien juridisch haalbaar ook te heffen over het vermogen van pensioenverzekeraars


Voordelen

  • Eenvoud -> communicatie en implementatie zonder problemen mogelijk
  • Herkenbaar en eerlijk -> heffing op dezelfde grondslag als die voor particulieren
  • Op ‘dezelfde tafel’ -> geen doorschuiven naar andere politieke gebieden
  • Fiscaal additief -> opbrengst kannibaliseert niet op toekomstige opbrengsten
  • Zekerheid -> heffing leidt met volledige zekerheid tot inkomsten
  • Minste pijn -> heffing voorkomt het inleveren van 23% pensioen(opbouw)

Nadelen

  • Dekkingsgraad -> heffing kost ±0,17%-punt dekkingsgraad per jaar
  • Premie -> Rentestructuur, beleggingsresultaten en stijgende levensverwachting bepalen 95% van premie-ontwikkelingen. Heffing draagt iets bij, maar effect is verwaarloosbaar.
  • Veel geld -> Heffing haalt 2 miljard per jaar weg bij de fondsen (maar dat is 7 miljard minder dan het concept wetsvoorstel doet)
  • Probleemoplossend -> Heffing levert géén structurele bijdrage aan de problematiek rond pensioenen (maar dat doet het concept-wetsvoorstel Witteveenkader ook niet)
 

Questions & Answers

Q: Geldt de heffing ook voor de vermogens van commerciële pensioenverzekeraars? Kan dat wel?
A: Ja, de opzet is dat de heffing ook geldt voor commerciële pensioenverzekeraars. Wel is het nog onduidelijk of het juridisch mogelijk is te heffen dit vermogen (150 miljard). Het vermogen van pensioenfondsen beslaat 950 miljard euro. De berekende opbrengst komt ook binnen indien alleen op het vermogen van pensioenfondsen mag worden geheven. Pensioenfondsen zouden overigens in staat moeten zijn om, gezien de afwezigheid van een opslag voor winst, te blijven concurreren met commerciële pensioenverzekeraars, ook indien de heffing alleen geldt voor pensioenfondsen.

Q: Zo’n heffing moet je toch meteen voor 30 jaar meenemen in de actuele dekkingsgraad?
A: De specialisten geven vooralsnog aan dat dit niet het geval is.
Lane Clark & Peacock, Pension Fund Consulting: “Naar onze mening is dit bij de huidige wetgeving niet het geval. Immers de waardering van de pensioenverplichtingen is gebaseerd op de door DNB voorgeschreven rentetermijnstructuur en deze verandert niet door een vermogensrendementsheffing. De marktwaarde van de beleggingen wijzigt evenmin. De dekkingsgraad verandert wel indien de waarde van de toekomstige belastingafdrachten nu al op de balans gewaardeerd  zou moeten worden als een verplichting.

Q: Moeten pensioenfondsen door deze heffing eerder korten?
A: Nee. Ten eerste werken de meeste pensioenfondsen al jaren met een herstelplan om uit de problemen te komen. Hierin moeten zij vaak 10 of 20 punten dekkingsgraad inhalen. Ze hebben daarvoor 15 jaar de tijd. De heffing van 0,2%-punt is daarbij vergeleken zeer beperkt. Ten tweede ligt het rendement van pensioenfondsen, zowel de afgelopen vier jaar als ook op lange termijn, rond de 10%. Ook vergeleken hierbij is 0,2%-punt een beperkte heffing. Ten derde neemt het bestuur van een pensioenfonds het besluit om te indexeren of om te korten. De grenzen van deze besluiten hangen niet op 0,2 procentpunt. Het is bijvoorbeeld niet zo dat een pensioenfonds bij een dekkingsgraad van 110,2 wel volledig indexeert en bij een dekkingsgraad van 110 niet.

Q: Moet door deze heffing de premie meteen omhoog?
A: Nee. Alle pensioenpremies moeten nu al kostendekkend zijn. Dat eist de DNB en we mogen er van uitgaan dat ze dat ook zijn. Alleen indien een pensioenfonds nu een premie heft die nét aan kostendekkend is, en een kostenverhoging van 0,2% leidt ertoe dat de premie niet meer kostendekkend is, zal de premie moeten stijgen. De Samenwerkende Ondernemingsraden zijn er van overtuigd uit dat de deelnemers in dat pensioenfonds in dat geval liever 5% meer premie betalen (want daar gaat het om) dan dat zij 23% van hun pensioenopbouw inleveren. Van belang is dat anders factoren (rentestructuur, beleggingsresultaat, leeftijdsontwikkeling) voor 95% bepalen of de premie omhoog moet. De voorgestelde heffing speelt daarbij nauwelijks een rol.

Q: Als de heffing er eenmaal is, kan de politiek hem dan elk jaar aanpassen?
A: Ja dat kan. De zorg hierover bij bonden, werkgevers en pensioenfondsbestuurders is begrijpelijk. Echter, het is de taak van de overheid om belasting te heffen en jaarlijks te beoordelen of deze op de juiste manier wordt geheven. Daarnaast moet belasting worden geheven daar waar hij de minste pijn veroorzaakt. Deze heffing veroorzaakt, in vergelijking tot andere manieren om 2 miljard euro vrij te spelen, veruit de minste pijn.

* In de Samenwerkende Ondernemingsraden zijn verenigd: COR Ahold, OR DAF Trucks, OR Océ Technologies, COR NS, COR Thales, COR KPN, OR DE Master Blenders, COR Shell, OR Rabobank Nederland, COR Philips, OR Unilever, COR PostNL, OR Damen Shipyards, OR Ricoh, OR ASML, COR TNT Express, COR Imtech, COR Macintosh Retail Group, COR Essent, COR Heineken, OR Teijin Aramid, OR Brugman, OR Gasunie.