Door de nieuwe wet vervallen opgebouwde vakantiedagen voortaan een half jaar na het jaar van opbouw. Op deze manier moet worden voorkomen dat werknemers zelden een vrije dag opnemen en hierdoor enorme vakanties kunnen opbouwen.
Van deze regeling mag in de cao worden afgeweken als dat in het voordeel van de werknemers is. Van de 241 cao’s die tot eind juli zijn afgesloten, zijn in 137 gevallen afspraken gemaakt over het vervallen van vakantiedagen. In de overige gevallen geldt dan dus de wettelijke regeling.
Verjaringstermijn vakantiedagen
Bij drieëndertig procent van de 137 cao’s waarin werd afgeweken, werd de oude verjaringstermijn van vijf jaar aangehouden. Bij zeventien procent werd een andere termijn aangehouden of afgesproken hier in een volgende cao naar te kijken.
Volgens AWVN staan werkgevers niet altijd te trappelen om de kortere houdbaarheidstermijn, omdat voor de bovenwettelijke vakantiedagen nog altijd de vervaltermijn van vijf jaar geldt. Dit houdt in dat werkgevers met twee verschillende termijnen moeten rekenen en dat is administratief niet handig.