Een uur minder zakelijk verkeer met de auto scheelt 26,25 euro, een uur vertraging met de trein 19,75 euro, zo blijkt uit de berekeningen van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid(KiM). In deze berekeningen zijn zowel de kosten voor de werkgever als de werknemer opgenomen, onder andere benzinekosten en productiviteitswinst.

In opdracht van het Ministerie van Infrastructuur onderzocht KiM wat de kosten van een uur extra reistijd waren. Het instituut kijkt naar maatschappelijke kosten-en-batenanalyses om te bepalen in welke infrastructuurprojecten (zoals spoorwegverbreding, of aanleg van snelwegen) moet worden geïnvesteerd.

Grotere betrouwbaarheid levert geld op

Het gaat hier niet alleen om de kosten van een langere reistijd, ook een grotere betrouwbaarheid van de reistijd levert de consument geld op. Zo kan een onverwachte vertraging leiden tot bijvoorbeeld gemiste aansluitingen, gemist afspraken en stress.

Grote daling autoreiskosten

In 1997 deed het KiM al eerder onderzoek naar de reistijdkosten. Ten opzichte van het eerder onderzoek zijn de kosten van zakelijk vervoer per auto gedaald met 21 procent. Volgens het KiM is deze daling ontstaan door de komst van de mobiele telefoon. Met deze kan de reistijd vaker goed benut worden, bijvoorbeeld door telefoontjes af te handelen of conference calls te doen.

Kosten trein amper gedaald

In tegenstelling tot de kosten per auto zijn die van de trein amper gedaald; slechts met drie procent. KiM verklaart dit door het feit dat mensen hun reistijd in de trein altijd al nuttig konden gebruiken, door bijvoorbeeld rapporten te lezen of teksten te schrijven. De komst van Wifi in de trein zal nog wel wat winst opleveren zo vermoedt het KiM.