Voor werkgevers die ondanks de steunmaatregelen van de overheid in financiële problemen dreigen te komen, zal de uitbetaling van het vakantiegeld een behoorlijke opgave zijn. Vorig jaar leidde dit tot veel discussie over de vraag of de werkgever de betaling van het vakantiegeld kon uitstellen. Ondertussen is duidelijk dat dit niet zomaar kan. Werkgevers zijn namelijk wettelijk verplicht om het vakantiegeld uiterlijk in juni uit te keren. 

Veel werknemers die eind deze maand het vakantiegeld ontvangen, krijgen iets minder op hun rekening gestort in vergelijking met een jaar eerder. Het netto vakantiegeld valt voor modale inkomens (modaal: 2.816 euro per maand en 1,5 modaal: 4.225 euro per maand) een paar euro’s lager uit als gevolg van aangepaste belastingtarieven. Minimumloners en werknemers met een parttime inkomen tot aan het minimumloon (1.685 euro per maand) profiteren daarentegen juist wel van de aanpassingen en krijgen zo’n 15 euro meer vakantiegeld.

Het grootste verschil met een jaar eerder zien we bij inkomens van drie keer modaal. Zij leveren maar liefst 487 euro van het vakantiegeld in. Deze achteruitgang wordt veroorzaakt door de veranderde afbouw van de arbeidskorting. Over het vakantiegeld moet deze groep werknemers 6 procent meer belasting betalen in vergelijking met vorig jaar. Daar staat tegenover dat zij met ingang van 2021 maandelijks wel meer profiteren van de arbeidskorting. Echter, deze netto stijging van 37 euro per maand wordt volledig tenietgedaan door het vakantiegeld dat flink lager uitvalt.

Deze cijfers volgen uit berekeningen van HR- en salarisdienstverlener ADP, die jaarlijks inzichtelijk maakt wat werknemers onder de streep meer of minder overhouden. Er zijn dit jaar grote verschillen als het gaat om groepen inkomens en het effect op het vakantiegeld. Dit in tegenstelling tot het goede nieuws van begin dit jaar, dat alle werknemers er maandelijks tientjes op vooruitgaan in 2021.

Uitstel vakantiegeld voor werkgevers in financiële problemen geen optie

Voor werkgevers die ondanks de steunmaatregelen van de overheid in financiële problemen dreigen te komen, zal de uitbetaling van het vakantiegeld een behoorlijke opgave zijn. Vorig jaar leidde dit tot veel discussie over de vraag of de werkgever de betaling van het vakantiegeld kon uitstellen. Ondertussen is duidelijk dat dit niet zomaar kan. Werkgevers zijn namelijk wettelijk verplicht om het vakantiegeld uiterlijk in juni uit te keren. “Sterker nog, als het contractueel is vastgelegd dat het in mei wordt uitgekeerd, dan moet het ook in mei betaald worden. Ook als mei niet in het contract wordt genoemd, kan er sprake zijn van gewoonterecht”, legt Dik van Leeuwerden, verantwoordelijk voor wet- en regelgeving bij ADP Nederland, uit. “Wettelijk is er misschien geen ruimte om eenzijdig te besluiten het vakantiegeld uit te stellen, maar werkgevers zijn altijd vrij om hierover met werknemers in gesprek te gaan om samen tot een oplossing te komen.”

Het is mogelijk dat de werkgever en werknemer zijn overeengekomen dat het loon werd verlaagd in verband met de huidige pandemie en eventuele financiële problemen voor de werkgever. Zo’n verlaging werkt dan ook door naar het vakantiegeld.

Vakantiegeld gaat bij loonbeslag naar deurwaarder

Veel werknemers met financiële problemen vragen zich af of vakantiegeld naar de deurwaarder moet worden overgemaakt als er sprake is van een loonbeslag. Het antwoord hierop is ja. Ook de vakantiebijslag valt onder het loonbeslag. De werknemer heeft wel recht op een beslagvrije voet. De beslagvrije voet is het minimumbedrag dat moet overblijven om in de basiskosten van het levensonderhoud te voorzien. In de meeste gevallen wordt hier echter al in het reguliere loon rekening mee gehouden. In dat geval valt de volledige vakantiebijslag onder het loonbeslag. “Alleen als de werknemer minder verdient dan de beslagvrije voet, is dit anders”, geeft Van Leeuwerden aan. ‘’Verdient de werknemer per maand bijvoorbeeld 30 euro minder dan de voor hem geldende beslagvrije voet, dan mag hij 360 euro van de netto vakantiebijslag houden. Het restant moet dan alsnog naar de deurwaarder.”

Individuele keuzebudgetten blijven populair

Sinds steeds meer sectoren en bedrijven een zogenoemd individueel keuzebudget hebben ingevoerd, wordt het traditionele vakantiegeld in mei minder populair. Bij een individueel keuzebudget stort de werkgever een evenredig deel van het vakantiegeld en eventuele eindejaarsuitkering maandelijks in een spaarpotje. Het is aan de werknemer, binnen de spelregels van het keuzebudget, wanneer en hoe het bedrag wordt uitgekeerd. “Je kunt er bijvoorbeeld voor kiezen om het te laten uitbetalen vanwege een onverwachte grote uitgave of belastingvrij opnemen in verband met de kosten van een studie”, aldus Van Leeuwerden. “Juist in deze tijd van financiële onzekerheid kan dit werknemers een uitkomst bieden.”