Bij een einde van de arbeidsovereenkomst resteert vaak nog een aantal vakantiedagen die moeten worden uitbetaald. Veel werkgevers betalen slechts het basissalaris uit, vermeerderd met vaste looncomponenten zoals vakantietoeslag en dertiende maand. Bepaalde variabele loonbestanddelen kunnen hier echter ook een rol bij spelen.

De werkgever betaalt aan de werknemer bij zijn uitdiensttreding een vergoeding voor niet-opgenomen vakantie-uren. De werkgever heeft de hoogte van deze uitkering bepaald aan de hand van het vaste salaris en de vakantietoeslag daarover. Volgens de werknemer is dit niet correct. Hij stelt dat ook aan hem uitgekeerde bonussen en het werkgeversdeel pensioenpremie meegerekend moeten worden.

 

Loon tijdens vakantie bepalend

Uit Europese rechtspraak blijkt dat het loon dat tijdens de vakantie wordt doorbetaald, bepalend is voor de berekening van de waarde van de vakantiedagen bij einde arbeidsovereenkomst. Het gaat hierbij om alle componenten die intrinsiek samenhangen met de taken die de werknemer in zijn arbeidsovereenkomst zijn opgedragen en waarvoor hij een financiële vergoeding ontvangt.

 

Op grond hiervan overweegt de kantonrechter dat de werknemer gedurende zijn dienstverband systematisch substantiële bonussen heeft ontvangen. Vaststaat dat een intrinsiek verband bestond tussen de bonussen en de opgedragen werkzaamheden. De bonussen moeten dan ook worden meegerekend. Daarnaast moet de werkgeversbijdrage pensioenpremie worden meegerekend, omdat de werknemer bij uitbetaling van vakantiedagen niet in een nadeliger positie mag komen te verkeren dan bij het opnemen van vakantiedagen.

 

Kantonrechter Amsterdam, 29 juni 2012, LJN: BX1486

 

Tip:

Bij het bepalen van de waarde van vakantiedagen bij het einde van de arbeidsovereenkomst moet één op één aansluiting worden gezocht bij de doorbetaling van de werknemer als hij vakantie geniet.