Het Vitaliteitspakket vervangt de Spaarloonregeling en Levensloopregeling m.i.v. 2013. De Vitaliteitsregeling bevat naar verwachting kenmerken van de Levensloopregeling en de Spaarloonregeling. Met de nieuwe spaarregeling kunnen werknemers een financiële buffer opbouwen om een periode van inkomensachteruitgang te financieren of de overgang van werk naar werk zo soepel mogelijk te laten verlopen. De gespaarde bedragen kunnen, anders dan bij de huidige regelingen, niet meer worden aangewend om eerder te stoppen met werken.
Drie beleidslijnen
Het kabinet wil met het Vitaliteitspakket duurzame inzetbaarheid stimuleren en de kaders scheppen waarbinnen bedrijven, instellingen en werkenden aan de slag kunnen gaan. Het kabinet geeft daarom het Vitaliteitspakket vorm langs drie beleidslijnen: doorwerken, mobiliteit en loopbaanfaciliteiten.
Doorwerken
Eén van de plannen is het beperken van de verplichtingen loondoorbetaling en re-integratie bij ziekte van een werknemer die de pensioenleeftijd heeft bereikt. Ook wil minister Kamp dat werkgevers meer mogelijkheden krijgen om een 65-plusser opeenvolgend meerdere contracten voor bepaalde tijd te geven. Daarnaast moet volgens Kamp de leeftijdsgrens van 65 jaar geschrapt worden uit de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. Met betrekking tot automatisch leeftijdsontslag is Kamp van plan uitdrukkelijk in het Burgerlijk Wetboek op te nemen dat ‘pensioenontslagbedingen’ alleen geldig zijn als zij schriftelijk worden vastgelegd. Dit zorgt er volgens de minister voor dat de afspraak duidelijk en kenbaar is voor beide partijen.
Mobiliteit
De mobiliteitsbonus is één van de maatregelen om ‘mensen op leeftijd’ gemakkelijker aan het werk te krijgen of te blijven. De mobiliteitsbonus maakt deel uit van het Vitaliteitspakket. 62-plussers worden met de 62-plus bonus geprikkeld aan de slag te gaan of te blijven. De 62-plus bonus is een samenvoeging van de huidige arbeidskorting ouderen en de doorwerkbonus.
Loopbaanfaciliteiten
Het kabinet wil dat werkgevers en vakbonden in cao’s afspraken maken om ontslagen personeel weer aan de slag te krijgen via (om)scholing, zodat zij breder inzetbaar zijn. Daarvoor komt er een ‘van-werk-naar-werk-budget’. Werkgevers moeten daaraan gaan meebetalen. Om een overbrugging te kunnen opbouwen voor bijvoorbeeld de overgang naar een nieuwe baan wordt er voor werknemers een nieuwe spaarregeling in het leven geroepen.
De exacte invulling van de maatregelen zal op Prinsjesdag 2011 bekend worden gemaakt.