Een vrouw werkte via een uitzendbureau op het hoofdkantoor van de werkgever. De werkgever en het uitzendbureau spraken af dat de vrouw mocht kolven en dat zij dat voor eigen rekening zou nemen. Aan het eind van de eerste week gaf de vrouw haar leidinggevende een overzicht van haar gewerkte uren. Die verweet haar vervolgens dat zij tijdens het sollicitatiegesprek niets had gezegd over het kolven. Kort daarna vond de vrouw een nieuwe baan. Met haar leidinggevende maakte zij afspraken over wanneer haar werk bij Actioneindigde. M et het uitzendbureau regelde zij dat het alsnog de kosten van het kolven betaalde.
Vroegtijdig geëindigd
Toen het uitzendbureau Action vroeg om het urenoverzicht te controleren verweet de leidinggevende de vrouw dat zij niet open was geweest over wie de kosten van het kolven betaalde. Gevolg was dat Action het contract met de vrouw nog diezelfde dag beëindigde. Als de vrouw niet had gekolfd, was de arbeidsverhouding pas geëindigd op de datum die met Action was afgesproken. Daarom oordeelt het College dat de werkgever de vrouw discrimineerde vanwege moederschap door de arbeidsverhouding met haar voortijdig te beëindigen.