De nihilwaardering voor het rentevoordeel van een personeelslening die uw werknemer gebruikt om een (elektrische) fiets of een elektrische scooter te kopen, blijft ook na 1 januari 2016 van toepassing. Deze nihilwaardering is per 2016 opgenomen in de Wet op de loonbelasting 1964 (artikel 13, lid 5).
Lening voor eigen woning
Eind 2015 heeft de Eerste Kamer ingestemd met de Fiscale verzamelwet 2015. Dit betreft onder meer het rentevoordeel van de personeelslening. Dit betekent dat vanaf 1 januari 2016 de nihilwaardering voor het rentevoordeel van een personeelslening voor de eigen woning (aankoop, maar ook woningverbetering) vervalt en ook de kosten die aan de lening zijn verbonden. De werkgever mag het rentevoordeel inclusief de kosten voortaan niet aanwijzen als eindheffingsloon als het gaat om een lening waarvan de rente aftrekbaar is in de inkomstenbelasting. De werkgever moet het rentevoordeel inclusief de kosten rekenen tot het loon van de werknemer.
Wat de werknemer betreft, hij kan het belaste rentevoordeel in de inkomstenbelasting aftrekken bij de eigenwoningregeling onder de voorwaarden die daarvoor gelden.
Berekening rentevoordeel
U berekent het rentevoordeel door het verschil te nemen tussen het afgesproken rentepercentage en de waarde in het economische verkeer van de rente (de rente voor een vergelijkbare lening in de markt) op het moment dat u de lening afsluit of de rentevastperiode ingaat. Het rentevoordeel vult u ook in de aangifte loonheffingen in.