Dat betreft niet alleen de ingangsdatum van de ‘slapersrechten’ (pensioenrechten uit een vorige dienstbetrekking), maar ook als een werknemer na het einde van de dienstbetrekking gaat doorwerken als ondernemer. Hij wijst daarbij nadrukkelijk op de fiscale regels in de loonbelasting die aangeven wanneer een ouderdomspensioen moet ingaan. Verder bevat het besluit beleid over de aanwijzing als een fiscaal zuivere pensioenregeling voor een mogelijke situatie waarin een pensioenregeling voorziet in een te hoog partnerpensioen.
Zes voorwaarden:
De Jager stelt aan zijn goedkeuring zes voorwaarden
- De pensioenregeling bevat de mogelijkheid van uitstel en de pensioenuitvoerder is bereid mee te werken aan het uitstel en de daaraan gekoppelde voorwaarden
- Het aantal werkzame uren is ten minste gelijk aan het aantal uren dat de ondernemer werkzaam was in loondienst. Bij een lager aantal werkzame uren moet het pensioen direct ingaan naar de mate van de vermindering van de omvang.
- De ondernemer overlegt aan de pensioenuitvoerder een ondertekende verklaring waaruit blijkt dat hij werkzaam is als ondernemer, en in welke mate hij dat is (volledig of met deeltijdfactor, in procenten uitgedrukt). De ondernemer verplicht zich tegenover de pensioenuitvoerder om een structurele vermindering van de omvang van de gewerkte uren door te geven.
- De pensioenuitvoerder administreert en bewaart de onder drie bedoelde verklaringen, en overlegt die op verzoek aan de inspecteur.
- Als de werkzaamheden structureel in omvang afnemen, gaat het ouderdomspensioen direct in, hetzij volledig, hetzij gedeeltelijk naar de mate van de vermindering van de omvang. Dit uitgangspunt geldt bij elke verdere vermindering.
- Uitstel is alleen mogelijk als de ondernemer vóór de (in de pensioenregeling genoemde) ingangsdatum om uitstel heeft verzocht.
Het besluit is op 17 september 2010 in werking getreden en vervangt de vier samengevoegde besluiten.
Tip
Op de site van het ministerie van Financiën vindt u het actualiseringbesluit pensioenen.