Werkgevers en werknemers die met elkaar al verplichtingen zijn aangegaan met betrekking tot woon-werkverkeer voor 2013 en later, wisten nog van niets en hebben dus geen rekening kunnen houden met deze ingrijpende maatregel. En omdat het niet in alle gevallen mogelijk zal zijn deze verplichtingen (boetevrij) voortijdig te beëindigen, komt het kabinet deze mensen tegemoet met overgangsrecht, ingaande op 25 mei 2012 (dus met terugwerkende kracht).
We spreken in dit artikel over voornemens. Allereerst moet het demissionaire kabinet dit voornemen nog in een wettelijke regeling geaccepteerd zien. De uitkomst van de komende verkiezingen kan dit voornemen overigens nog aardig overhoop halen.
Twee groepen
In grote lijnen komt het erop neer dat twee groepen werknemers tijdelijk worden ontzien:
- Mensen met een auto van de zaak, die zij ook voor woon-werkverkeer mogen gebruiken en op dit moment geen bijtelling verschuldigd zijn omdat zij de auto niet of nauwelijks voor privédoeleinden gebruiken.
- Houders van OV-abonnementen. Ook hierbij geldt dat om onder het overgangsrecht te vallen, het OV-abonnement moet zijn aangeschaft vóór 25 mei 2012. Gedurende de tijd dat het abonnement geldig is mag hier nog onbelast mee worden gereisd.
Auto van de zaak
Eerstgenoemde groep valt uiteen in mensen die de auto leasen en mensen waarbij de auto op naam van de zaak staat, zoals bij veel zelfstandige ondernemers het geval is. Omdat voortaan het woon-werkverkeer met een auto van de zaak als belastbaar privégebruik wordt gezien, zullen deze mensen over het algemeen een bijtelling verschuldigd zijn.
Volgens het kabinet kan deze groep mensen met recht betogen dat zij de auto niet zouden hebben aangeschaft of geleased, als zij hadden geweten dat alleen het gebruik van de auto van de zaak voor woon-werkverkeer al aanleiding zou geven tot een dergelijke bijtelling. Daarom zal overgangsrecht worden voorgesteld met betrekking tot de auto van de zaak.
Beroep op overgangsrecht
Hierbij dient het overgangsrecht te gelden voor de combinatie van auto en gebruiker, waarbij de auto vóór 25 mei 2012 is aangeschaft of het leasecontract vóór die datum is aangegaan. Wel zal ook voor deze situaties voor het woon-werkverkeer gedurende de overgangsperiode een beperkte bijtelling (25% van de reguliere bijtelling) op dat woon-werkverkeer gaan gelden.
Er kan door de gebruiker van de auto een beroep worden gedaan op het overgangsrecht zolang de auto – ingeval de auto niet is geleased – op naam van de zaak staat of zolang het leasecontract loopt volgens de voor 25 mei 2012 afgesloten leaseovereenkomst.
Auto’s op ondernemersbalans
In lijn met het vorig jaar ingezette kabinetsbeleid is voor de maximale termijn dat het overgangsrecht van toepassing kan zijn, in grote lijnen aansluiting gezocht bij de gemiddelde leasetermijn, waardoor het overgangsrecht uiterlijk per 1 januari 2017 vervalt voor alle auto’s.
Dit geldt ook voor de auto die op de ondernemingsbalans staat, waarmee wordt voorkomen dat oude auto’s ongebruikelijk lang worden vastgehouden om de bijtelling voor het gebruik van de auto voor woon-werkverkeer te kunnen ontlopen.
Let op
De vrije reiskostenvergoeding(voor zakelijke kilometers) komt geheel te vervallen. Er is dan dus geen voor de werkgever onbelaste 19 eurocent per kilometer meer. Indien de werkgever de WKR toepast, kan hij uiteraard wel de dan belaste vergoedingen aanwijzen als werkkosten en op die wijze bewerkstelligen dat de werknemer over deze vergoedingen geen loonheffingen betaalt. De reiskostenvergoeding staat in veel arbeidscontracten, dus als werkgever kunt u voor hogere kosten komen te staan. Controleer de datum waarop u met uw medewerkers afspraken over de kilometervergoeding woon-werkverkeer hebt gemaakt.