De diensten van welzijnsorganisatie Vita zijn georganiseerd in twee clusters, waarvan één cluster beschikt over een achttal wijksteunpunten. Zowel de gemeente Amstelveen als de gemeente Aalsmeer hebben Vita opdracht gegeven het project Welzijn Nieuwe Stijl in te voeren. In het Strategisch Meerjarenplan is onder andere bepaald dat de huurovereenkomsten van een aantal locaties van de wijksteunpunten de huurovereenkomsten worden opgezegd.

De ondernemingsraad stelt dat het strategisch meerjarenbeleid onterecht niet aan hem is voorgelegd. Bovendien is het besluit om de huurovereenkomsten op te zeggen adviesplichtig, nu het voortvloeit uit een reorganisatiebesluit. Vita betwist dat een reorganisatiebesluit is genomen, nu het Strategisch Meerjarenplan de basis is voor nog vast te stellen beleid op diverse gebieden. Bovendien meent zij dat de opzegging van de huur van de drie locaties ertoe strekt te kunnen bezien of en in welke vorm het gebruik van de desbetreffende panden in de toekomst kan worden voortgezet dan wel of gunstiger (huur)voorwaarden kunnen worden bedongen: de daadwerkelijke beëindiging van het gebruik van de locaties is nog onzeker.

 

Ondernemingsraad betrekken bij besluiten

Er is geen sprake van een adviesplichtig besluit. Dit zou anders zijn als de huur van een of meer panden daadwerkelijk wordt beëindigd. Vita geeft aan dat het nog niet zeker is dat de panden uiteindelijk ook daadwerkelijk worden verlaten, hoewel de huurovereenkomsten zijn opgezegd. Ten aanzien van de invoering van WNS is het niet duidelijk op welke wijze binnen Vita concreet uitvoering aan de doelstellingen wordt gegeven, nu op dit punt binnen Vita kennelijk nog sprake is van een zoekproces. Wel geeft de Ondernemingskamer aan dat, zodra Vita het voornemen opvat om een of meer concrete besluiten op het gebied van de vestigingen van de wijksteunpunten, de bezuinigingen en/of de invoering van WNS te nemen, zij daarbij de ondernemingsraad zal moeten betrekken.

 

Ondernemingskamer, 30 mei 2012, LJN:BX 0314            

 

Tip

Artikel 25 lid 1 sub f WOR geeft aan dat er sprake is van een adviesplichtig besluit wanneer de plaats waar de onderneming de werkzaamheden uitoefent, verandert. Eerder is al geoordeeld dat een inpandige verhuizing (dus binnen hetzelfde gebouw, maar een verdieping hoger) niet adviesplichtig is. Het moet gaan om een feitelijke wijziging van de werkplaats. Een verhuizing naar de overkant van de straat is bijvoorbeeld wel adviesplichtig.