Voor een werkgever heeft een bedrijfstak-CAO en zeker een ondernemings-CAO als het goed is niet veel onverwachte gevolgen. Anders kan dit zijn met een CAO die voor een werkgever alleen geldt als die algemeen verbindend verklaard is (AVV). Dan kunnen er verdergaande rechten en plichten gelden en kunnen werknemers zich na afloop van een AVV-periode soms nog beroepen op in die AVV-periode verkregen rechten.

Keten van arbeidsovereenkomsten

Dit laatste speelde in een uitspraak in kort geding van 25 oktober 2013. Een medewerker had drie tijdelijke arbeidsovereenkomsten gekregen van elk één jaar, waarin was opgenomen dat alleen voor perioden van AVV de CAO Verzekeringsbedrijf van toepassing is. Die CAO bepaalt dat een tijdelijke arbeidsovereenkomst één keer kan worden verlengd en dat bij voortzetting daarna automatisch sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.

Algemeen verbindend verklaarde CAO

De werkgever stelde dat de derde tijdelijke arbeidsovereenkomst gewoon van rechtswege eindigt. De medewerker beriep zich op de AVV CAO en stelde dat door het aantal verlengingen zijn tijdelijke arbeidsovereenkomst inmiddels voor onbepaalde tijd gold. De kantonrechter gaf de werknemer gelijk. Hoewel de derde arbeidsovereenkomst al vóór de AVV-periode tot stand was gekomen, oordeelde de kantonrechter dat sprake is van een tijdens de AVV-periode voortgezette derde tijdelijke arbeidsovereenkomst. En die geldt automatisch voor onbepaalde tijd op basis van de door de werkgever toepasselijk verklaarde AVV CAO.

Verkregen rechten

Na afloop van die AVV-periode veranderde die vaste arbeidsovereenkomst volgens de kantonrechter niet terug in een tijdelijke arbeidsovereenkomst. Dat volgt uit de leer van de verkregen rechten. Die houdt in dat tijdens een AVV-periode verkregen rechten (bijvoorbeeld ook hogere loondoorbetaling bij ziekte) na afloop van die AVV-periode behouden blijven. De werkgever ziet zich dus geconfronteerd met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De gevolgen blijken uiteindelijk beperkt omdat de werkgever met succes een voorwaardelijk ontbindingsverzoek had ingediend.

CAO-bepalingen

Voor een werkgever is het opletten bij het in de arbeidsovereenkomst incorporeren van een CAO die niet direct van toepassing is. Los daarvan kan een werkgever ook geconfronteerd worden met een CAO tijdens een AVV-periode. Die kan soms vergaande en ook ‘nawerkende’ gevolgen hebben, zoals uit deze uitspraak blijkt.

Ktr Utrecht 25 oktober 2013, ECLI:NL:RBMNE:2013:5342