
Medio maart 2004 werd de werknemer getroffen door een herseninfarct. Tijdens zijn revalidatie is hem een ontzegging van zijn rijbevoegdheid opgelegd.
Aan gebruik van de auto door zijn echtgenote of kinderen waren geen beperkingen gesteld. Echter, zijn echtgenote reed zelf in verband met haar handicap in een aangepaste auto en de kinderen woonden niet meer thuis. Na het volgen van rijlessen en een nieuw examen was hij vanaf oktober weer bevoegd en in staat de auto te gebruiken. Hij stelde dat hij daarom van maart tot oktober geen bijtelling voor privégebruik zou moeten hebben.
Beschikkingsmacht over de auto
De rechter ziet dat echter anders. Hij oordeelt dat voor de toepassing van het autokostenforfait over het gehele jaar vereist is dat de auto het gehele jaar aan eiser ter beschikking is gesteld. De rechtbank acht hierbij van belang dat de werkgever de auto niet heeft teruggevorderd gedurende de ziekteperiode of een gedeelte daarvan. De beschikkingsmacht over de auto is derhalve bij eiser blijven liggen. Dat uit zich ook in de mogelijkheid tot gebruik door de echtgenote of de kinderen van eiser. Daarbij is niet van belang dat feitelijk geen gebruik is gemaakt van die mogelijkheid.
Tip
Als u in de praktijk in dergelijke situaties de bijtelling buiten toepassing wilt laten, is het van belang dat de werkgever (schriftelijk) verzoekt de auto feitelijk terug te geven, zodat er geen sprake is van terbeschikkingstelling.