Niet iedere werknemer maakt gebruik van het recht op ouderschapsverlof na de geboorte van een kind. In 2007 waren er 1,4 miljoen werknemers met kinderen onder de 8 jaar. Hoewel zij in de voorgaande 12 maanden wel behoefte hadden aan ouderschapsverlof, gaf ruim een tiende van hen er toch geen gebruik van te hebben gemaakt.
Carrière
Van de vaders geeft 40 procent aan geen ouderschapsverlof op te nemen omdat ze bang zijn dat het hun carrière schaadt. Van de moeders die besluiten te blijven werken, vindt 40 procent de vergoeding te laag. Verder neemt een klein deel van de ouders geen ouderschapsverlof omdat zij niet op de hoogte zijn van het wettelijke recht hierop.
Recht op ouderschapsverlof
De werknemer die een of meer kinderen verzorgt, heeft een wettelijk recht op (onbetaald) ouderschapsverlof.
Aan het ouderschapsverlof zijn een aantal voorwaarden verbonden:
- Het verlof bedraagt in beginsel een aaneengesloten periode van ten hoogste zes maanden (splitsing in maximaal drie delen van ten minste één maand is mogelijk, zie hierna).
- Het totaal aantal uren verlof waarop de werknemer ten hoogste recht heeft, bedraagt dertien keer de arbeidsduur per week.
- Het aantal uren verlof per week bedraagt in beginsel ten hoogste de helft van de arbeidsduur per week. De werknemer kan echter verzoeken om het verlof over een langere periode dan zes maanden te spreiden of om per week meer dan de helft van zijn arbeidsuren verlof te nemen.
- Het verlof kan worden opgenomen totdat het kind de leeftijd van acht jaar heeft bereikt.
- Het recht op ouderschapsverlof bestaat als de dienstbetrekking in Nederland wordt vervuld en deze ten minste één jaar heeft geduurd. Als de arbeid voor een Nederlandse werkgever buiten Nederland wordt verricht, bestaat het recht op ouderschapsverlof ook.
Over de periode van het ouderschapsverlof bouwt de werknemer geen recht op vakantie op.
Meer over dubbel ouderschapsverlof, splitsing van verlof en gevolgen belasting- en premieheffing leest u in deel 3 van Belonen & Fiscus.