Als een werknemer minder uren wil gaan werken en de werkgever wijst het verzoek af, dan is er de weg van het kort geding. De werknemer wint in deze situatie vrijwel altijd. Zo ook in deze zaak die speelde bij de Kantonrechter Roermond.

Alleen als de vermindering van het aantal uren leidt tot ernstige problemen voor de bedrijfsvoering, tot problemen op het gebied van bedrijfsveiligheid of roostertechnische problemen, bestaat er ruimte voor afwijzing van een verzoek. Dit is geregeld in de Wet Aanpassing Arbeidsduur (WAA).

 

Onvoldoende reden voor afwijzing is een algemeen beleid waarin staat dat personeel vanaf een bepaalde functie een minimum aantal uren per week moet werken, zelfs als de Ondernemingsraad met zo’n deeltijdregeling heeft ingestemd. Ook angst voor precedentwerking is onvoldoende werkgeversbelang om een WAA-verzoek af te wijzen. Van de werkgever mag ook worden verwacht onderzoek te doen naar bijvoorbeeld een duobaan. En dat de werknemer al enige tijd zonder problemen minder uren werkte, pleit juist voor toewijzing van een WAA-verzoek. Op deze gronden wees de Kantonrechter Roermond het verzoek van een werkneemster om minder te mogen werken alsnog toe. 

 

Kantonrechter Roermond, 3 september 2008, LJN: BE9930

 

Tip

Bij de beoordeling van een WAA-verzoek moet u per individueel geval bekijken of er sprake is van zwaarwegende bedrijfsbelangen die toewijzing van het verzoek in de weg staan. Van de rechter krijgt u daarbij weinig ruimte.