Uit onderzoek van bijvoorbeeld Berenschot blijkt dat in cao’s steeds meer de mogelijkheid voor demotie wordt genoemd. Maar dit gaat in veel gevallen over een teruggang in functie met behoud van salaris aldus Van Dalen en Henkens. Een teruggang in functie én salaris komt veel minder vaak voor. Uit onderzoek van het NIDI en van het SCP blijkt dat in de periode 2005-2013 het percentage bedrijven dat zoals de onderzoekers het noemen ‘echte demotie’ toepast slechts met 2 procent is toegenomen (van 5 procent naar 7 procent). Demotie is een niet zo’n populaire maatregel. Leidinggevenden durven het niet ter sprake te brengen. Ze denken dat werknemers het nog te veel als strafmaatregel zien.
Hoogopgeleiden en vermogenden
Uit onderzoek van Van Dalen en Henkens blijkt echter dat werknemers het zich wel kunnen voorstellen om in een lagere functie te werken ook als dit betekent dat ze op salaris in moeten leveren. Het zijn echter vooral hoog opgeleiden en werknemers met een netto vermogen van 100.000 euro of meer die zich dat kunnen voorstellen. Als belangrijkste drijfveer om demotie te overwegen noemt 51 procent de aantrekkelijkheid van een lagere functie (leuker werk) en 49 procent de werkbelasting van de oude functie.
Bron: Harry van Dalen, Kène Henkens, “Is demotie echt een taboe? Oudere werknemers aan het woord”, Me Judice, 16 oktober 2015.