De aanpassing betreft moeders met te vroeg geboren baby’s of baby’s die na de geboorte een tijd in het ziekenhuis moeten blijven. Dit schrijft de minister aan de Vereniging van Ouders van Couveusekinderen (VOC). De VOC had bij de minister aandacht gevraagd voor ouders in deze situatie.
Zwangere werkneemsters kunnen in de huidige situatie vier tot zes weken voor de uitgerekende datum stoppen met werken (zwangerschapsverlof). Zij hebben daarna tien tot twaalf weken, afhankelijk van het aantal weken dat zij voor de bevalling blijven werken, bevallingsverlof. In totaal telt het zwangerschaps- en bevallingsverlof 16 weken.
Zelfstandigen
Deze regeling geldt ook voor zelfstandigen. Het bevallingsverlof duurt minimaal tien weken voor het lichamelijke herstel van de bevalling en verzorging van het pasgeboren kind.
Het huidige zwangerschaps- en bevallingsverlof stelt de nieuwe moeders met een couveusekind vaak niet in staat tien weken thuis voor hun baby te zorgen; het kind verblijft een deel van de tijd immers in het ziekenhuis. Donner vindt het uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van moeder en kind belangrijk om de regeling in de Wet arbeid en zorg (WAZO) zo aan te passen, dat ook in deze gevallen de moeder voldoende bevallingsverlof heeft om thuis voor het kind te zorgen.