De basisscholen gaan toch een week eerder dicht. Dat betekent dat de kerstvakantie voor basisschoolkinderen volgende week al begint. Omdat het zo kort dag is, wordt de scholen gevraagd opvang te regelen voor kwetsbare kinderen en kinderen van ouders met een cruciaal beroep. Omdat dit maandag misschien nog niet geregeld is, mogen scholen die dag nog open blijven. Wat betekent dit nu voor werknemers waarvan de kinderen opeens een week eerder/langer niet naar school kunnen en geen opvang hebben?

In eerste plaats is door de overheid vorig jaar al een uitzondering gemaakt voor werknemers die een zogenoemd cruciaal beroep hebben. Kinderen van ouders met een dergelijk beroep kunnen, als het goed is, ook volgende week nog gewoon naar school. Het is dus goed om even te checken of je een dergelijk beroep hebt.

Werkgever niet verplicht

Wanneer geen sprake is van een cruciaal beroep geldt in de eerste plaats natuurlijk dat werknemer en werkgever met elkaar in overleg moeten treden. Kun je (gedeeltelijk) thuis werken? Kun je je uren eventueel op een ander moment maken of inhalen? Kan de opvang worden verdeeld met bijvoorbeeld een partner? Of, als dit allemaal niet mogelijk is, kun je dan eventueel vakantie- of ATV-dagen opnemen? Is het verlofsaldo ontoereikend en de werkgever is niet bereid om die dagen (extra) te vergoeden (daartoe is de werkgever ook niet verplicht) zou in het uiterste geval nog onbetaald verlof opgenomen kunnen worden. Echter, voor al deze oplossingen is wel overeenstemming tussen werkgever en werknemer vereist.

Werkgever kan en mag het standpunt innemen dat de werknemer volgende week gewoon wordt verwacht. Zeker nu voor veel ondernemingen de laatste week voor de kerst vaak een drukke week is en vervanging soms moeilijk te regelen is of veel duurder is. Uiteraard moet de werkgever zich wel als goed werkgever gedragen.

Goed werkgeverschap

De wet biedt de werknemer in deze situatie weinig houvast. Weliswaar kan een beroep op goed werkgeverschap (de redelijkheid en billijkheid in het arbeidsrecht) worden gedaan, maar als de werkgever zijn ondernemersbelang aannemelijk kan maken en de aanwezigheid van de werknemer volgende week nodig is, zal de werknemer hier niet ver mee komen. Er is, maar dat is maar voor een korte periode, nog wel een escape. De werknemer heeft op grond van artikel 4:1 Wet arbeid en zorg namelijk recht op verlof met behoud van loon voor een korte, naar billijkheid te berekenen tijd, wanneer hij zijn arbeid niet kan verrichten wegens (o.a.) onvoorziene omstandigheden. Calamiteitenverlof of kort verzuimverlof dus. Over de duur ervan is in de wetsgeschiedenis een periode van een paar uur tot enkele dagen genoemd, “nodig voor het treffen van noodzakelijke maatregelen”.