De kantonrechter oordeelt dat het redelijk is dat de ondernemingsraad met de evaluatie eerst een duidelijk beeld wil krijgen van de, ondanks de verstrekte garanties, gevolgen voor de individuele medewerker. Niet kan worden gezegd dat het belang van Publiekszaken zwaarder weegt dan dat van de ondernemingsraad. Alleen wanneer sprake is van zwaarwegende redenen verleent de kantonrechter vervangende toestemming.
Vervangende toestemming afgewezen
Publiekszaken heeft aangegeven dat met de invoering van het systeem kan worden voorkomen dat de maximumtermijnen voor het nemen van beslissingen worden overschreden en daarmee dwangsommen. Er is echter niet aangetoond dat op dit moment zonder het systeem vaak termijnen worden overschreden en dwangsommen worden uitgekeerd. Het verzoek tot vervangende toestemming wordt afgewezen.
Kantonrechter Rotterdam, 16 mei 2011, JAR 2011/251