Het grote verschil tussen vast en flexibel werk op de huidige arbeidsmarkt moet door komende kabinetten worden aangepakt. Dat schrijven minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en staatssecretaris Van ‘t Wout aan de Tweede Kamer. Ze reageren hiermee op rapporten over de toekomst van de arbeidsmarkt, die begin die jaar kwamen van de commissie Borstlap en de Wetenschappelijk Raad voor Regeringsbeleid (WRR).

Het kabinet treft de komende maanden voorbereidingen, zodat een nieuw kabinet de aanbevelingen verder ter hand kan nemen. Beide rapporten verschenen vlak voor de corona-crisis. Maar deze crisis maakt de urgentie van beide rapporten alleen maar groter. De manier waarop de economie nu geraakt wordt, legt de kwetsbaarheden van de huidige arbeidsmarkt bloot. Zoals de tweedeling die bestaat tussen werkenden die beschermd en werkenden die vrijwel onbeschermd zijn, waardoor armoede sneller op de loer ligt.

Wet- en regelgeving

Veel van die tweedeling ontstaat door wet- en regelgeving vanuit Den Haag, dus daar liggen ook mogelijkheden om dit aan te passen. Het kabinet heeft deze kabinetsperiode al stappen genomen. Zo verkleint de wet Arbeidsmarkt in Balans de verschillen tussen flex- en vast, is de loondoorbetaling bij ziekte makkelijker en duidelijker geworden en komt er een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen.

Onderzoek naar platforms

Om het mogelijk te maken dat een volgend kabinet aan de slag kan met de dringende aanbevelingen, laat het kabinet vast verschillende mogelijkheden uitwerken die bij de formatie gebruikt kunnen worden. Zo bekijkt het ministerie onder andere hoe vaak mensen eigenlijk ergens werken terwijl degene voor wie ze werken niet hun baas is. Daarnaast komt er een onderzoek naar platforms. Het kabinet gaat uitwerken of het mogelijk is bemiddeling van arbeid via een platform in beginsel als loondienst aan te merken. Tenzij het platform kan bewijzen dat het werk mag laten uitvoeren door een zzp’er.