Om gebruik te kunnen maken van de ouderenregelingen moet de werknemer aan een aantal criteria voldoen die betrekking hebben op leeftijd en arbeidsverleden. Als de werknemer hieraan voldoet, kan dit de werkgever financiële voordelen opleveren. De ouderenregelingen behelzen onder meer indekking tegen ziektekosten, premievrijstelling en premiekorting.
De overheid dekt het financiële risico af van voormalig uitkeringsgerechtigden geboren voor 8 juli 1954. Voor deze medewerkers worden bij ziekte de eerste vijf jaar na indiensttreding de loonkosten vergoed.
Premiekorting
Naast vergoeding van ziektekosten heeft een werkgever voor oudere werknemers, onder bepaalde voorwaarden, recht op een jaarlijkse financiële tegemoetkoming in de volgende situaties:
- De werkgever neemt een uitkeringsgerechtigde in dienst die 50 jaar of ouder is
- De werkgever heeft een werknemer van 62 jaar of ouder in dienst
In beide situaties kan de werkgever deze premiekortingsregeling toepassen zolang de dienstbetrekking bestaat, gedurende maximaal drie jaar.
Premievrijstelling
Ook geldt een overgangsregeling voor senioren die al op 1 januari 2008 in dienst waren en toen de leeftijd van 54,5 jaar waren gepasseerd. Voor deze medewerkers kan de werkgever een premievrijstelling op de basispremie WAO/WIA toepassen.
Vanaf 2013 introduceert de overheid bovendien de vitaliteitregeling. Ook deze regeling biedt mogelijkheden om ouderen aan het werk te houden. Bijvoorbeeld om voor een sabbatical en/of deeltijdpensioen te sparen. De werknemer kan zo een betere balans krijgen tussen werk en privé.
Als u alle regelingen in ogenschouw zou nemen, dan hoeven ouderen werknemers helemaal niet duurder te zijn dan hun jongere collega’s. Belangrijk is dus dat u alle regelingen optimaal benut!
Deze tekst is tot stand gekomen in samenwerking met Robidus.