Een veel gehoord commentaar is dat ons gespaarde pensioengeld wordt belegd. Uiteraard kunnen we niet ontkennen dat het economische klimaat wel eens gunstiger is geweest. Echter, in tegenstelling tot wat vaak beweerd wordt, zijn de beleggingsresultaten niet slecht. De beleggingsopbrengst is momenteel nog steeds hoger dan het rendement op een spaarrekening. Het beleggen van premies is het probleem dus op dit moment niet.
Als het inderdaad op dit moment niet de tegenvallende beleggingsresultaten zijn, hoe kan het dan dat de dekkingsgraden van onze pensioenfondsen niet hoog genoeg zijn, pensioenen gekort moeten worden en de pensioengerechtigde leeftijd omhoog moet?
Het antwoord op deze vraag is niet eens heel ingewikkeld. Een groot probleem is dat de gemiddelde levensverwachting sneller is gestegen dan aanvankelijk werd gedacht. Uiteraard een positief gegeven, alleen betekend dit wel dat er vroeger te weinig pensioenpremie is betaald. Er moet immers langer dan gedacht worden uitgekeerd. Voor deze langere uitkeringsperiode moet extra geld gereserveerd worden.
Verder speelt de langetermijnrente een grote rol. Deze rente is door het slechte economische klimaat momenteel zeer laag. Ook hierdoor moet een pensioenfonds meer geld opzij zetten om aan de toekomstige verplichtingen te kunnen voldoen. Deze rente heeft dus ook een grote impact op de dekkingsgraad van een pensioenfonds.
Een logische vervolgvraag is of er voor de jongere generatie nog wel genoeg pensioen overblijft. Uiteraard kunnen we niet in de toekomst kijken en weten dus niet exact hoe de toekomst eruit ziet. Wel is het positief dat door de huidige pensioenproblematiek veel werknemers pensioen bewuster zijn geworden en het pensioen dus kritischer gevolgd wordt. Een ontwikkeling die zeker bijdraagt aan het succes van ons pensioenstelsel.