Onder de WKR mag de werkgever in 2015 tot 1,2% van de totale brutoloonsom – de vrije ruimte – benutten voor onbelaste vergoedingen en verstrekkingen. Als hij die grens overschrijdt, betaalt hij over het meerdere maar liefst 80% eindheffing. Uiteraard is het belangrijk deze fiscale ‘sanctie’ te vermijden. De werkgever mag wel zelf bepalen waar hij de vrije ruimte voor benut. Voor bepaalde posten, zoals studiekosten en arbovoorzieningen, zijn gerichte vrijstellingen en nihilwaarderingen gecreëerd. Deze specifieke vergoedingen en verstrekkingen gaan dus niet ten koste van die vrije ruimte. De fiets valt echter wél onder de vrije ruimte.
Een concurrerende arbeidsvoorwaarde
Naast de fiets van de zaak vallen diverse andere secundaire arbeidsvoorwaarden onder de vrije ruimte, zoals personeelsuitjes en kerstpakketten. De vrees is dat werkgevers het fietsplan schrappen, om de vrije ruimte te kunnen benutten voor andere arbeidsvoorwaarden. FiscFree® constateert echter dat de meeste werkgevers de vrije ruimte van 1,2% nog niet volledig benutten. In dat geval hoeft de fiets helemaal niet in het gedrang te komen. Bovendien is de fiets van de zaak erg populair. Ook als overschrijding van de vrije ruimte dreigt, hoeft het fietsplan dus niet als eerste te sneuvelen. Met andere woorden: de fiscaal voordelige fiets is een concurrerende arbeidsvoorwaarde.
WKR biedt meer mogelijkheden
De WKR biedt de kans op een doorstart van het fietsplan. Tegelijk vergroot zij de mogelijkheden om het fietsplan zelf vorm te geven. Onder de oude regels kende de fietsregeling diverse beperkingen:
• Er gold een maximale vergoeding van € 749 voor de fiets en € 82 voor fietsaccessoires.
• Iedere werknemer kon slechts eens in de drie jaar deelnemen aan de regeling.
• De fiets moest voor minstens 50% van de ritten gebruikt worden voor woon-werkverkeer.
Deze regels vervallen onder de WKR. Het is nu mogelijk om een fietsplan op maat aan te bieden.
Werkgever bepaalt de spelregels
De werkgever kan binnen de vrije ruimte van de WKR zelf de spelregels voor het fietsplan bepalen. Dat kan op verschillende manieren. Een drietal voorbeelden:
- De werkgever handhaaft grotendeels de oude regels. Werknemers mogen dus eens in de drie jaar een fiets aanschaffen die de werkgever tot € 749 vergoedt.
- De werkgever kan ook de regels verruimen. Zo vergoedt hij de fiets tot een hoger bedrag, of mogen werknemers vaker dan eens in de drie jaar fiscaal voordelig een fiets aanschaffen.
- Een derde optie is een hoger maximumbedrag hanteren voor de elektrische fiets. Dit vervoersmiddel wint aan populariteit onder werknemers die iets verder van het werk wonen.
Fietsplan: relevant, voordelig en aantrekkelijk
De WKR kan voor het fietsplan positief uitpakken. De administratieve lasten voor de werkgever zijn beperkt, omdat er minder regels gelden. Bovendien heeft de werkgever nu de kans om van het fietsplan echt maatwerk te maken. Hij kan het bijvoorbeeld inbedden in een breder vitaliteitsbeleid. Zo blijft het fietsplan in 2015 relevant, voordelig én aantrekkelijk.