Het blokkeren van de zakelijke communicatiemiddelen van een medewerker staat gelijk aan een non-actiefstelling. Voor de toelaatbaarheid daarvan geldt een strenge maatstaf, zo oordeelde de kantonrechter Amersfoort onlangs in een zaak.

Wat was het geval? De werkgever wilde de medewerker vanwege financiële tegenvallers elders detacheren. De medewerker voelde zich hierdoor overvallen en liep boos uit een gesprek weg. Uit angst voor veiligheidsrisico’s binnen het bedrijf blokkeerde de werkgever vervolgens de toegang van de medewerker tot de zakelijke e-mail, telefoon en netwerken. De medewerker werkte grotendeels vanuit huis, dus kon en mocht hij feitelijk niet meer werken.

Grond voor non-actiefstelling?

In kort geding vorderde de medewerker weer toegang tot alle zakelijke communicatiemiddelen en netwerken. De rechter overweegt dat voor de vraag of de blokkade toegestaan is, hetzelfde geldt als voor de vraag of in zijn algemeenheid een non-actiefstelling gerechtvaardigd is. Dat mag alleen als er een redelijke grond voor is, die voldoende zwaarwegend is gelet op het belang van de werknemer om gewoon zijn werk te kunnen doen.

Een voldoende zwaarwegende grond voor non-actiefstelling kan zijn dat er gerechtvaardigde vrees bij de werkgever bestaat voor ongewenste situaties op de werkvloer als de medewerker doorwerkt. In dit geval zijn die zwaarwegende redenen niet vast komen te staan. De medewerker heeft geen dreigementen tegen de werkgever geuit en is alleen boos weggelopen. Dat is volgens de rechter onvoldoende zwaarwegend om over te kunnen gaan tot de blokkade. De rechter veroordeelt de werkgever om de medewerker weer toegang te verlenen tot de netwerken en zakelijke communicatiemiddelen.

Kantonrechter Amersfoort, 8 mei 2013

Tip

De werkgever kan bijvoorbeeld vanwege veiligheidsrisico’s goede redenen hebben om een medewerker af te sluiten van digitale systemen, met bijvoorbeeld klantgegevens, en van zakelijke communicatiemiddelen. Of dit in een concreet geval gerechtvaardigd is, toetst de rechter aan de hand van de strenge maatstaf zoals die geldt bij de vraag of een non-actiefstelling is toegestaan.