De werknemer is in dienst getreden bij de werkgever voor de duur van een jaar. In het contract stond dat bij tussentijdse opzegging de opzegtermijn voor beide partijen twee maanden bedroeg. Werknemer stelt dat deze bepaling in strijd is met artikel 6:672 lid 6 BW en stelt zich op het standpunt dat daarom voor de werkgever een opzegtermijn van vier maanden geldt.
Geen verdubbeling opzegtermijn
De kantonrechter wees de vordering af. In hoger beroep overwoog het Hof Den Bosch dat de bepaling over de opzegtermijn weliswaar in strijd is met artikel 6:672 lid 6 BW, maar dat het gevolg hiervan is dat de werknemer zijn opzegtermijn van twee maanden kan vernietigen zodat hij slechts een maand opzegtermijn in acht zou hoeven nemen. Het beroep op de vernietigbaarheid leidt er niet toe dat de opzegtermijn van de werkgever van rechtswege verdubbeld wordt.
Gerechtshof Den Bosch, 4 maart 2012, LJN: BW1040
Tip
Over deze kwestie wordt in de jurisprudentie nog wel verschillend gedacht. Bovendien had de uitkomst van bovengenoemde zaak anders kunnen zijn als alleen in het contract was opgenomen dat de opzegtermijn van de werknemer twee maanden bedroeg en niks was gezegd over de opzegtermijn van de werkgever. Het is goed mogelijk dat het Hof in dat geval een opzegtermijn van vier maanden voor de werkgever zou hebben aangenomen.