De sociale partners hadden tot 1 juni dit jaar de tijd met alternatieven voor of aanvullingen op de voorgestelde pensioenmaatregelen te komen. Zij hebben nu een toevoeging op het versoberde Witteveenkader, zoals in het regeerakkoord aangegeven, voorgesteld. Zij introduceren een spaarfaciliteit.

Werkgevers en werknemers willen een spaarfaciliteit, waarmee werknemers bovenop hun pensioenregeling zelf extra kunnen sparen. Dit houdt in dat werknemers de mogelijkheid krijgen hun middelloonpensioen vanuit het nettoloon aan te vullen tot 1,85 procent van het brutoloon. Zij kunnen dan vanuit het nettoloon een extra bedrag sparen dat overeenkomt met een brutopensioenopbouw van 0,1 procent van het brutoloon.

Sparen

Voor het deel van het jaarloon boven de 100.000 euro, waarvoor in de toekomst geen fiscaal vriendelijke opbouwmogelijkheden meer bestaan, geldt dat werknemers een bedrag ter grootte van 1,85 procent van hun brutoloon mogen sparen. Het gespaarde bedrag gaat dan wel ten koste van het nettoloon.

Zoals u in het artikel Wetsvoorstel versobering pensioenen bij Tweede Kamer heeft kunnen lezen, hebben de staatsecretarissen Weekers van Financiën en Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 15 april j.l. het wetsvoorstel Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioenen en maximering pensioengevend loon aan de Tweede Kamer aangeboden. Doel van de maatregel is de huidige pensioenwetgeving beter te laten aansluiten op de realiteit (langer doorwerken en hogere levensverwachting). Omdat het kabinet hecht aan een goede samenwerking met de sociale partners was er de afspraak dat zij voor 1 juni 2013 met alternatieven voor of aanvullingen op de voorgestelde maatregelen konden komen.

 

Praktische invulling spaarfaciliteit

Weekers heeft de Tweede Kamer per brief op de hoogte gesteld van het voorstel van de sociale partners. Hij wil de aanvullende maatregel voor het zomerreces hebben uitgewerkt, zodat het kan worden toegevoegd aan het wetsvoorstel Witteveen 2015. Weekers wil onder meer van de sociale partners meer duidelijkheid over de praktische invulling van de door hun voorgestelde spaarfaciliteit.