De invoering van één loonbegrip voor de heffing van loonbelasting/premie volksverzekeringen, de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet ( ZVW) en de premies werknemersverzekeringen per 1 januari 2013 heeft financiële gevolgen voor de werkgever met betrekking tot de levensloopregeling.

Overgangsrecht levensloopregeling samengevat

Levensloopsaldo 3.000 euro of meer op 31 december 2011

  • Er kan tot 1 januari 2022 bestedingsvrij over aanspraken ingevolge de levensloopregeling worden beschikt voor alle gewenste doeleinden, dus niet alleen voor loonvervanging tijdens een verlofperiode.
  • Aanspraken ingevolge de levensloopregeling kunnen worden blijven opgebouwd, overeenkomstig de op 31 december 2011 geldende regels. Voorwaarde is dat over de inleg, die vanaf 1 januari 2012 heeft plaatsgevonden of nog gaat plaatsvinden, geen levensloopverlofkorting meer wordt opgebouwd. Bij de belastingheffing over de opgenomen bedragen of, als het tegoed op 31 december 2021 nog niet volledig is opgenomen, over de waarde in het economische verkeer van de op dat moment resterende aanspraak, worden de in het verleden opgebouwde rechten op de levensloopverlofkorting in aanmerking genomen.
  • Voor de gevallen waarin de werknemer in het jaar 2013 over de volledige aanspraak beschikt, is geregeld dat het in beginsel in de belastingheffing te betrekken bedrag niet volledig in aanmerking wordt genomen. Tot het bedrag van de waarde in het economische verkeer van de aanspraak op 31 december 2011 wordt 80% van die waarde in aanmerking genomen. Het meerdere (inclusief het rendement over 2012) wordt wel volledig belast.

 

Levensloopsaldo minder dan 3.000 euro op 31 december 2011

  • Het levenslooptegoed valt geheel vrij per 1 januari 2013. Over 80% van het per 31 december 2012 opgebouwde levenslooptegoed wordt belasting geheven. Is in 2012 ook nog levenslooptegoed opgebouwd, dan wordt dit deel voor 100% in de belastingheffing betrokken.
  • De werknemersbijdrage levensloop was tot en met 2012 alleen aftrekbaar voor de loonbelasting en premievolksverzekeringen en voor de Zorgverzekeringswet. Per 1 januari 2013 is deze werknemersbijdrage levensloop ook aftrekbaar voor de werknemersverzekeringen.

 

Gevolgen werkgever

Het feit dat de levensloopuitkering sociaal verzekerd loon wordt, is voor de werknemer een opsteker: hij bouwt immers in principe uitkeringsrechten op in een periode waarin hij niet werkt.

Voor de werkgever valt de invoering van één loonbegrip minder positief uit. Omdat de sociale premies in principe werkgeverspremies zijn (de inhouding bij de werknemers is nihil), betaalt de werkgever tweemaal premie over hetzelfde bedrag. Hij heeft immers al voor 2013 premie afgedragen over de inleg en nu gaat hij dat nogmaals doen over de uitkering. Dit geldt in feite natuurlijk alleen, indien bij de inleg destijds de premiemaxima nog niet bereikt waren.

 

Let op

Als de deelnemende werknemer een directeur-grootaandeelhouder (dga) is, heeft de werkgever (vooralsnog) geen last van dit effect. Dit geldt als de dga niet verplicht sociaal verzekerd is, hetgeen bij een 100% dga het geval zal zijn…