Het beste pensioenstelsel van de wereld bestaat niet meer. Of beter gezegd: misschien bestaat het nog wel, maar het is onhoudbaar en niet meer toekomstbestding. Wat is het euvel? De samenleving verandert, rente daalt en er worden meer mensen oud (vergrijzing). Dit maakt dat het huidige pensioenstelsel kwetsbaar is en met de tijd mee dient te veranderen om deze kwetsbaarheden op te lossen. Kortom een nieuw pensioenstelsel is onvermijdelijk. In de afgelopen jaren is het Pensioenakkoord tot stand gekomen waaruit het wetsvoorstel Wet Toekomst Pensioenen is voortgevloeid. Het wetsvoorstel Wet Toekomst Pensioenen is begin dit jaar ingediend bij de Tweede Kamer om te behandelen. Wat zijn de belangrijkste punten en implicaties van het wetsvoorstel Wet Toekomst Pensioenen?

Jong tegen oud

Om maar gelijk de kern te raken: het is jong tegen oud. Een nieuw stelsel gaat veel impact hebben voor voornamelijk de oudere generatie. Terwijl de jongeren graag meer vrijheid, meer flexibiliteit, een eigen spaarpot willen zullen werknemers tussen de 40 en 50 jaar naar alle waarschijnlijkheid de grootste deuk oplopen. Zij hebben aan het begin van hun werkende leven aanzienlijk meer betaald dan wat ze hebben opgebouwd. Nu het moment gekomen is dat zij dat deel weer zouden inlopen, wordt het hele stelsel omgegooid. Het is helaas onvermijdelijk dat er ingeleverd moet worden. Zoals gezegd: het huidige stelsel is niet houdbaar.

Wat is er anders in het nieuwe pensioenstelsel?

  • In het nieuwe pensioenstelsel staat de pensioenpremie centraal en doet het pensioenfonds niet langer een belofte over de hoogte van het pensioen.
  • In het nieuwe stelsel komt de pensioenpremie van iedere deelnemer terecht in ieders persoonlijk pensioenvermogen.
  • In het nieuwe stelsel kunnen pensioenuitvoerders bij het beleggen van de premies meer rekening houden met verschillen tussen groepen deelnemers.
  • In het nieuwe stelsel wordt pensioen persoonlijker.

Eén vlakke premie

Het wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen leidt tot een aanpassing van alle bestaande pensioenregelingen (bij pensioenfonds en verzekeraar). In het nieuwe pensioenstelsel wordt beoogd terug te gaan naar één soort pensioenregeling, de premieregeling met een leeftijdsonafhankelijke premie. Al met al zal straks de regeling eindloon en/of middelloon niet meer bestaan. Er komt een premieregeling waarin één vlakke premie wordt toegepast (leeftijdsonafhankelijke premie). In dit nieuwe systeem bouwen jongere deelnemers meer pensioen op dan nu het geval is en oudere deelnemers dus minder. Er zal dan niet meer sprake zijn van een tijdsevenredige opbouw maar juist degressieve pensioenopbouw. In het huidige stelsel bouwt een deelnemer in de laatste jaren het meest op. In het nieuwe stelsel geldt: hoe ouder u wordt, hoe minder u opbouwt. Er wordt uiteraard nog steeds opgebouwd, maar wel steeds minder snel.