Meer dan de helft van de managers zegt dat de veiligheid van medewerkers en erkenning hun belangrijkste focuspunten zijn. Op de lange termijn nemen digitale werkprocessen en organisatorische wendbaarheid toe, als een gevolg van medewerkers en experts die hun werkzaamheden over verschillende afdelingen verdelen. 

Dit is een van de conclusies uit The Work Ahead: Digital First (to Last), een rapport van Cognizant’s Center for the Future of Work en Oxford Economics, een onderzoek onder meer dan 4000 C-level en senior managers in 23 landen.

Het rapport borduurt voort op Cognizant’s onderzoek uit 2016 en is onderdeel van een reeks onderzoeken in de afgelopen vijf jaar waarin de rol van digitalisering is onderzocht bij succesvolle organisaties, maar ook bij bedrijven die minder presteren. Het bekijkt de volgende golf van digitale innovaties en brengt daar advies over uit voor de komende drie tot vijf jaar. Een paar van de belangrijkste bevindingen:

De pandemie verschuift de relatie tussen werkgever en werknemer

Managers zeggen dat de veiligheid van medewerkers (59%) en erkenning (58%) hun belangrijkste focuspunten zijn. Op de lange termijn zegt meer dan de helft (52%) dat digitale werkprocessen en organisatorische wendbaarheid (50%) toe zullen nemen, als een gevolg van medewerkers en experts die hun werkzaamheden over verschillende afdelingen verdelen. Ook verwacht 43 procent van de ondervraagden dat hoogbetaalde managers minder gaan verdienen en 41 procent denkt dat het HR-beleid moet veranderen om thuiswerken, en werken op afstand mogelijk te maken.

Operationele skills minder belangrijk

40 procent van de managers vindt dat innovatiekennis de belangrijkste voorwaarde is om je werk in 2021 succesvol te doen. Daarna schatten zij het nemen van juiste beslissingen (39%) en leiderschapskwaliteiten (35%) het hoogst in. Vergeleken met 2016 zijn vooral wereldwijde operationele skills minder belangrijk geworden. In 2016 stonden die vaardigheden op de tweede plek, in het huidige onderzoek haalt het niet eens de top 10. De coronacrisis bracht ook zorgen over de supply chain met zich mee, waardoor veel bedrijven de supply chain nu weer naar het land van herkomst verplaatsen.

De impact van digitale technologieën en banen versnelt

Managers zijn tegenwoordig minder bang voor machines die hun taken en baan overnemen, dan in 2016. Momenteel zegt 44 procent dat technologieën zullen helpen dat te voorkomen, tegenover 34 procent in 2016. Bijna de helft (46%) zegt dat juist die technische innovaties de positie van hun baan versterken. In 2016 was dat nog 37 procent. Toch zijn er ook sceptische kanttekeningen: slechts 46 procent zegt dat digitale technieken hun productiviteit positief beïnvloeden (87 procent in 2016), en maar 44 procent zegt dat het de samenwerking met anderen efficiënter maakt. In 2016 was dat nog 69 procent.

IoT is ‘de smaak van het moment’

Hoewel 70 procent van de bedrijven data-analyses en artificial intelligence (AI) als pilots of volledig draaiende projecten hebben lopen, is IoT de ontwikkeling met de grootste volledige integratie. 16 Procent van de bedrijven heeft volledig uitgewerkte, operationele IoT-processen en ongeveer twee derde (67%) is bezig het te implementeren. 5G laat echter nog wat op zich wachten. Hoewel de voordelen voor bedrijven bij velen al bekend zijn, zegt slechts 9 procent dat zij bezig zijn de mogelijkheden van de megasnelle datastroom te testen.

Geen gegarandeerde resultaten

Gevraagd naar hun inschattingen van de invloed van technologie op hun business in 2023, zegt 43 procent van de ondervraagden dat AI in potentie het grootste verschil maakt. ‘Hyperconnectivity’, het verschijnsel dat ‘alles’ met elkaar in verband staat en communiceert, scoort zelfs 47 procent. Toch nemen de scores voor de meeste technologieën, waaronder ook AI, af ten opzichte van 2016. Momenteel zegt 34 procent dat de cloud een techniek is die de toekomst van werk vormgeeft. In 2016 was dat nog 52 procent. Het impliceert dat de cloud een ‘minimale vereiste’ is, maar geen wondermiddel dat een veelvoud van je output garandeert.