Door: Astrid Ridderhof, Senior Consultant Pension & Benefits Crowe
Zij kunnen door het BPF namelijk hoofdelijk aansprakelijk worden gehouden. Ook kan het pensioenfonds een claim van achterstallige pensioenpremies neerleggen. Als er sprake is van jaren niet betalen voor meerdere werknemers, loopt dat bedrag al snel op tot grote hoogtes. Er geldt een algemene verjaringstermijn van vijf jaar maar in sommige gevallen is dit zelfs twintig jaar. Reden voor mij om in dit blog aandacht te vragen voor de BPF-verplichtstelling. Kijk na in welke branche je eigenlijk zit en of daar een verplicht bedrijfstakpensioenfonds van toepassing is.
‘Een minder gunstige pensioenregeling is bijvoorbeeld zo’n onbedoeld effect van een herstructurering, maar wel een effect waar aandacht voor moet zijn’
BPF’s zijn streng
Het idee achter de automatische werking van het BPF is logisch. Als iedere organisatie in een branche, bijvoorbeeld in de metaal, keurig haar pensioenpremie betaalt, kan er geen concurrentie plaatsvinden op basis van pensioenverplichtingen. Immers, de werkgever die geen pensioenpremie betaalt, zou daar een concurrentievoordeel van genieten. Bedrijven die hun werknemers geen pensioen aanbieden, hebben minder kosten.
Voor BPF’s is het daarnaast van belang om zoveel mogelijk werknemers een aanvullend pensioen te laten opbouwen. BPF’s zijn daarom streng in hun branche. Ze lopen bijvoorbeeld vaak inschrijvingen in de Kamer van Koophandel langs in hun branche, kijken op websites van ondernemingen, lezen vakbladen, sturen vragenlijsten of komen, al dan niet onverwachts, langs. Op dit moment zijn er volgens De Nederlandsche Bank 43 verplicht gestelde bedrijfstakpensioenfondsen. Bekende zijn die van de Bouwnijverheid, ABP (overheid en onderwijs) en Metaal en Techniek.
Momenten om te checken
Bij inschrijving van een bedrijf bij de KvK vergeet de inschrijver vaak de werking van een bedrijfstakpensioen te onderzoeken. Datzelfde geldt voor organisaties waarvan de werkzaamheden, soms langzamerhand, gewijzigd zijn. Denk aan bedrijven die in coronatijd meer aan particulieren zijn gaan verkopen of een bedrijf wat steeds meer metaalbewerking toepast. Wat we ook vaker tegenkomen is dat bedrijven meer digitaliseren en zo via hun webshop meer een detailhandel worden. Soms ook wijzigt de verplichtstelling zelf. Bedrijven in de groothandel in bloemen en planten bijvoorbeeld waren ineens op 30 mei 2017 verplicht de afgesproken pensioenregeling voor hun bedrijfstak te volgen. Andere logische momenten om te checken of je onder de werkingssfeer van een BPF valt, zijn fusies en overnames en aan het einde van een contractperiode van de verzekerde pensioenregeling. Ben je als bedrijf met een verzekerde pensioenregeling toch niet onder een werking van een BPF gaan vallen? Bij overnames is dit ook een goed punt om na te gaan. Heeft het bedrijf dat je koopt niet toevallig achterstallige premieschulden door de werkingssfeer van een BPF? Dit zijn risico’s die we regelmatig uit onze boekenonderzoeken halen. Ook kan de onderneming door een fusie of overname van werkzaamheden veranderen en dus ook naar een ander, meer passend BPF moeten overgaan.
Onbedoeld effect
Ook een herstructurering kan vervelende gevolgen hebben. Een culturele stichting ging samen met een bibliotheek om kosten te besparen. Daarbij bleek dat de medewerkers van de stichting over moesten naar de BPF van de bibliotheek. Die had een aanmerkelijk minder gunstige pensioenregeling. Dat is dan een onbedoeld effect van zo’n herstructurering, maar wel een effect waar aandacht voor moet zijn.
Vreemd, maar waar…
Als laatste vraag ik daarbij ook aandacht voor het verschil dat er kan zijn tussen de cao in een branche en de werkingssfeer zoals het BPF deze zelf hanteert. Zo komt het voor dat er in een cao wordt vermeld dat een organisatie die onder de cao valt naar een bepaald BPF moet gaan, maar dat dat BPF vindt dat de werkzaamheden niet horen bij zijn werkingssfeer. Vreemd, maar waar. We constateren ook regelmatig verschillen tussen de werkingssferen. De vraag of een cao van toepassing is, hangt af van of de werkgever gebonden is aan die cao. Dat is een aparte toets.
Eerlijkheid loont
Kortom, het is belangrijk om je cao en de werkingssfeer van een bedrijfstakpensioenfonds met enige regelmaat te checken. Vooral bij de genoemde situaties van fusies, overnames, herstructureringen, pensioencontracten die aflopen, veranderingen in werkzaamheden en het starten van een nieuw bedrijf. Dat voorkomt een hoop ellende. Misverstanden komen namelijk vaak voor. Denk aan een werkgever die een eigen pensioenregeling bij een verzekeraar heeft, maar zich niet realiseert dat hij verplicht is om de pensioenen te regelen bij een bepaald bedrijfstakpensioenfonds. Of hij denkt dat hij andere activiteiten heeft, waardoor hij niet onder de werkingssfeer van dat pensioenfonds valt. Totdat het bedrijfstakpensioenfonds zich meldt en de premies met terugwerkende kracht opeist. Dat gebeurt soms zelfs met een dwangbevel. Zo ver wil je het niet laten komen.
Twijfel je over de werking van een BPF en of deze voor jou van toepassing is? Neem contact op met je pensioenadviseur of -jurist. In de praktijk blijkt dat BPF’s vaak milder zijn voor bedrijven die zichzelf aanmelden en waarvan blijkt dat ze inderdaad onder de werkingssfeer vallen. Eerlijkheid loont in dit geval.