Het CDA vindt dat het advies aan meer eisen moet voldoen: het SER-advies moet ook getoetst worden aan de eisen dat het de arbeidsparticipatie vergroot en de positie van de pensioenfondsen versterkt. PvdA en ChristenUnie wezen erop, dat afgesproken is dat het SER-alternatief, net als de hogere AOW-leeftijd, vier miljard euro moet opleveren. Het CDA benadrukt verder dat het advies geen lastenverzwaring mag betekenen. Wat de eis voor arbeidsparticipatie betreft, staat de ChristenUnie op één lijn met het CDA.
Ruimte voor SER
De ChristenUnie vindt net als de PvdA dat de sociale partners alle ruimte moeten krijgen om alternatieven aan te leveren. Zowel voor beide partijen zal het SER-advies een zwaarwegende rol spelen in de besluitvorming.
Het CDA stelt dat aanpassing van de AOW op zijn vroegst 1 januari 2015 zou kunnen, omdat tot die tijd bijvoorbeeld nog het overgangsregime geldt voor eerdere maatregelen in het beperken van VUT- en prepensioenregelingen.
Tip
Sinds 1 januari 2005 is de fiscale faciliëring voor VUT-regelingen beëindigd. Net als bij prepensioen bleef de faciliteit nog gehandhaafd tot 1 januari 2006 voor op 31 december 2004 bestaande regelingen. Verder blijft deze faciliteit gelden voor werknemers die op 1 januari 2005 55 jaar of ouder zijn, en voor regelingen die recht geven op uitkeringen aan werknemers die al vóór 1 januari 2006 één of meer uitkeringen op grond van deze regeling genoten.