Sinds 2008 zijn de pensioenpremies met 16 procent gestegen. Dit door de dekkingsproblemen bij de pensioenfondsen. Tegelijk zijn werknemers minder pensioen gaan opbouwen zo blijkt uit onderzoek van het Financieele Dagblad.

De pensioenpremie lag in 2008 gemiddeld nog op 21 procent en komt nu op 25 procent van het loon waarover de premie wordt geheven aldus het FD. In de periode 2008-2013 heeft een derde van de pensioenfondsbesturen het jaarlijkse opbouwpercentage verlaagd. De opbouw ging daar van 2,09 procent naar 1,87 procent.

Premies te hoog

Volgens het pensioenfonds voor de bouw (bpfBouw) was de verlaging van de opbouw nodig omdat de premies anders te hoog dreigden te worden. “Die kosten kan de bouwsector nu niet dragen. Het zijn twee pijnlijke maatregelen in een tijd van crisis, maar het kon niet andres,” aldus de bpfBouw-woordvoerder in het FD.

Pensioennorm

Het kabinet wil het percentage beperken dat mensen voor pensioenopbouw belastingvrij opzij kunnen zetten. Van 2,25 procent naar 1,75 procent. De oppositie heeft tegen het wetsvoorstel gestemd omdat mensen ‘hetzelfde blijven betalen voor minder opbouw’. Ook de vakbonden en werkgevers zijn tegen en willen de verlaging beperken tot 2 procent zodat ‘voor iedereen nog een redelijk pensioen mogelijk is’. In de praktijk blijkt nu dat mensen zelfs al meer betalen voor minder pensioen. En dat al bijna de helft van de werkende mensen in Nederland minder opbouwt dan 2 procent per jaar. In 2008 zat nog 82,5 procent van de Nederlanders op een jaarlijkse opbouw boven de 2 procent. Eind 2012 was dat 54,4 procent zo blijkt volgens het FD uit cijfers van DNB.