BBL is een vorm van duaal onderwijs binnen het mbo waar een leerling in dienst is bij een bedrijf en daarnaast een opleiding volgt. Dit geldt ook voor de derde leerweg, beide studievormen hebben veel van elkaar weg en leiden uiteindelijk tot hetzelfde diploma. Maar er zijn ook verschillen, in route en in de beschikbare subsidies. We zetten de verschillen voor je uiteen.

De BBL

De BBL is een combinatie van werken en leren, waarbij je leerling meestal één dag in de week naar school gaat en daarnaast werkt bij jouw (leer-)bedrijf. Volgens de voorwaarden dient meer dan 60% van de invulling praktijkgericht te zijn bij de BBL. Op de werkvloer worden schoolopdrachten uitgevoerd, daarnaast leren de leerlingen van collega’s. Omdat ze een deel van de week werken, betaal je ze een salaris. Daarnaast ben je verantwoordelijk voor de kosten van de opleiding.

De derde leerweg

Ook met een derde leerweg kan je leerling werken en leren combineren. In tegenstelling tot de BBL is er echter geen wettelijke urennorm voor de onderdelen van de opleiding. Dat betekent dat deze opleidingen vaak sneller en flexibeler te volgen zijn. Het is mogelijk om de opleiding zo in te richten dat het naadloos aansluit op de werk- en leerervaring van je leerling en op je eigen wensen.

Welke leerweg past bij mijn medewerker?

Per organisatie of opleidingsvraag kan het verschillen welke leerweg het beste past. Dit is onder andere afhankelijk van de volgende factoren:

  • Eerdere werk- en leerervaring van de medewerker(s). Voor een medewerker met veel ervaring, maar geen diploma, is een opleiding van 3 of 4 jaar wellicht onnodig lang.
  • Maximale tijdsinvestering van de medewerker(s). Een opleiding volgen naast een baan kan erg pittig zijn. Hoe veel tijd heeft de medewerker voor de opleiding?
  • Opleidingsbudget. Doorgaans is BBL de meest voordelige optie dankzij de beschikbare subsidies. Toch kan een oplossing op maat, die wellicht duurder is, nodig zijn om medewerkers op de gewenste manier in te kunnen zetten.

Kosten en beschikbare subsidies

De totale opleidingskosten van bijvoorbeeld een 3-jarige opleiding in de BBL bedragen zo’n € 2.000. Dit bedrag bestaat uit wettelijk cursusgeld, boekengeld en overige lesmateriaal. De kosten van een derde leerweg bedragen zo’n € 2.500 tot € 5.000 per leerling. Naast schoolkosten maakt een werkgever loonverletkosten, als de student onder werktijd naar school gaat of aan opdrachten werkt. Bij de derde leerweg kan dit sneller verlopen dan bij BBL, door de flexibiliteit van het leer-werk-traject. Ook de begeleiding en de daarbij horende begeleiderscursussen komen voor de rekening van het leerbedrijf.

Wanneer je de kosten van de opleidingsvorm helder hebt, is het goed om te bekijken welke subsidies beschikbaar zijn voor de opleiding. In de onderstaande tabel brachten wij voor de meest gebruikte subsidies de maximale subsidiebedragen per schooljaar in kaart.

OAZ HR specialisten ondersteunt haar klanten bij opleidingsplannen of projecten. Vanuit deze expertise levert OAZ input voor de plannen en ondersteunen ze bij de financiering daarvan. Zonder van het uiteindelijk doel af te wijken, vraagt een plan soms om kleine aanpassingen, zodat jouw organisatie recht hebt op (meer) subsidie. OAZ weet precies welke route het best genomen kan worden. Ben jij ook op zoek naar ondersteuning bij de leer-werk-plannen van je medewerker(s)? Neem dan contact op met OAZ via info@oaz.nl of bel direct 088 5600 700.