Pensioen
De startleeftijd voor het bedrijfspensioen is nu nog 65 jaar. Dit betekend dat werknemers gewoon op hun 65ste van hun pensioen kunnen genieten. Alleen het inkomen zal de eerste twee jaar flink lager worden. De staatsuitkering zal namelijk wel aangepast worden naar 67 jaar. Wil het kabinet ook het bedrijfspensioen aanpassen zal het de steun van de vakbeweging nodig hebben. Ook in de sociale zekerheidswetten zullen flink wat aanpassingen nodig zijn. In de huidige wetgeving geldt 65 jaar als einde van het werkzame leven en daar wordt in de wetgeving geregeld naar terug verwezen.
Ontslag
Ook de huidige arbeidscontracten zullen de nodige problemen met zich mee brengen. In de huidige contracten is 65 jaar aangegeven als einde van het dienstverband. Deze contracten kunnen niet zomaar door nieuwe wetgeving gewijzigd worden.
Vroegpensioen
Het vroegpensioen is in 2006 door het vorige kabinet afgeschaft. Door gebruik te maken van levensloopregelingen of ‘functioneel leeftijdsontslag’ is het in de praktijk toch voor veel werknemers mogelijk om eerder te stoppen met werken.
Lonen
In de huidige wetgeving is een werknemer na zijn 65ste vrijgesteld van sociale premies. Dit maakt een oudere werknemer voordelig voor de werkgever. Wanneer de AOW-leeftijd verhoogd wordt zal de werknemer waarschijnlijk verplicht worden om sociale premies af te dragen. Dit zal betekenen dat er nieuwe loonafspraken gemaakt moeten worden in de cao’s. En dat zien vakbewegingen voorlopig nog niet zitten.
Demotie
Werkgevers zien de nieuwe afspraken als mogelijkheid om demotie bespreekbaar te maken. Voor bonden blijft dit onbespreekbaar, want het zal voor de werknemers een stap terug betekenen in de carrière. Ook het loon zal waarschijnlijk aan deze nieuwe positie worden aangepast.