Vanaf 2015 kunnen werknemers niet 2,25 procent van hun brutoloon belastingvrij voor hun pensioen sparen, maar 1,85 procent. Deze versobering levert het kabinet miljarden euro’s op. Ook kunnen mensen boven een jaarsalaris van 100.000 euro (drie keer modaal) straks niet meer fiscaal vriendelijk pensioen opbouwen.
Pensioenpremie
Het kabinet en de Tweede Kamer willen een verlaging van de pensioenpremie. Hoewel de sociale partners met het plan akkoord zijn gegaan, hebben ze wel kritiek. Tijdens een overleg tussen kabinet en sociale partners kwamen zij er niet uit. Wel of niet verlagen van de premie is echter niet aan hen maar aan pensioenfondsbesturen en de betrokken decentrale werkgevers en werknemers aldus Klijnsma.
De oppositiepartijen zijn tegen de plannen. Volgens hen bouwen veel mensen niet voldoende pensioen op.
2 procent
Ook de FNV wil een goed pensioen voor jongeren garanderen. FNV-dagelijks bestuurder Gijs van Dijk legt het op de FNV-site uit. ‘De FNV heeft steeds gepleit voor 2 procent. In het sociaal akkoord was dit niet geregeld, maar kwam de regering wel met 250 miljoen euro om de schade van de bezuinigingen te verzachten. Met dat geld kon de pensioenopbouw slechts op 1,85 procent gebracht worden. Dat is als uitwerking naar het kabinet gestuurd. Met de toevoeging dat volgens de FNV 2 procent nodig blijft. Het ledenparlement van de FNV heeft dit daarna ook nog eens duidelijk uitgesproken.’
Premies stabiel
Van Dijk ziet niets in een landelijke verlaging van de pensioenpremie. ‘Pensioen is uitgesteld loon, dus daar gaan werkgevers en werknemers over. De premies moeten verantwoord zijn. We willen een eerlijke verdeling van de inleg per generatie. Ook hebben we twee jaar geleden afgesproken om de premies stabiel te houden. Dat is ook van belang voor de pensioenfondsen, die dan minder snel in problemen komen met hun dekkingsgraad. Anders zouden de pensioenen weer gekort moeten worden. Voor jongeren is het vooral van belang dat het geld dat ze inleggen ook op langere termijn zijn waarde behoudt. Als je minder premie betaalt, kan het fonds waarschijnlijk niet indexeren (prijsverhoging compenseren).’