De 30%-regeling is onderdeel van de in de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB) opgenomen regeling voor de extraterritoriale kosten. De 30%-regeling is een forfaitair vastgesteld bedrag als vergoeding voor extraterritoriale kosten.
De regeling maakt het mogelijk een ingekomen (of uitgezonden) werknemer belastingvrij een vergoeding te geven voor de extra kosten voor de werknemer die door de uitzending worden veroorzaakt.
Indexatie inkomensnorm
Voor het toepassen van de 30%-regeling moet de ingekomen werknemer onder meer een specifieke deskundigheid bezitten. Voor het aantonen daarvan geldt een inkomensnorm die jaarlijks wordt geïndexeerd. De inkomensnorm is dit jaar:
- voor werknemers jonger dan 30 jaar met een mastertitel: 27.901 euro, exclusief de onbelaste vergoeding;
- voor overige werknemers 36.705 euro, exclusief de onbelaste vergoeding.
Verduidelijkte tekst mastertitel
Voor werknemers die nog geen 30 jaar zijn en die een mastertitel hebben behaald aan een instelling voor wetenschappelijk onderwijs, geldt een lagere inkomensnorm (27.901 euro). Dit geldt ook voor werknemers met een gelijkwaardige buitenlandse titel.
Keuze werkgever
- Werkgevers die de 30%-regeling gebruiken, mogen zonder nader bewijs maximaal 30% van het loon inclusief de vergoeding geven als onbelaste vergoeding (gerichte vrijstelling onder WKR) voor de extraterritoriale kosten. Of:
- Werkgevers kunnen 30/70 van het loon exclusief de vergoeding geven als onbelaste vergoeding.
Let op
Als de werkgever daarnaast ook nog een vergoeding of verstrekking voor de werkelijke extraterritoriale kosten geeft, dan is deze vergoeding of verstrekking loon van de werknemer. Dit loon mag ook worden ondergebracht in de vrije ruimte van de WKR.
Belastingvoordeel expats: 30%-regeling
30%-regeling: aanvraag en looptijd