De premiepensioeninstelling (PPI) is geaccepteerd als nieuwe aanbieder op de pensioenmarkt, al bestaat er soms nog koudwatervrees. De weerstand komt met name voort uit onbekendheid van de mogelijkheden van de PPI én van beschikbare premieregelingen. Hierdoor zijn PPI-mythes ontstaan. Wat zijn deze mythes en wat is het ware verhaal?

1. De PPI is een wondermiddel

De PPI voert collectieve beschikbare premieregelingen uit. De PPI zelf is niets anders dan een nieuwe vorm van pensioenuitvoering. De komst ervan gaat niet gepaard met een nieuw pensioensysteem of nieuw type regelingen. Wel is de PPI een middel om transparant te zijn over kosten en beleggingen. Een moderne manier van pensioenuitvoering dus.

2. Individueel pensioen opbouwen is niet efficiënt

Pensioenpremies worden belegd. De beleggingen worden in vier categorieën verzameld (aandelen, obligaties, liquiditeiten en onroerend goed), zodat er slechts enkele transacties nodig zijn. Zo blijven de schaalvoordelen van een collectiviteit behouden. De pensioenaanspraken worden vertaald naar het individu, zodat er sprake is van een efficiënte uitvoering tegen lage kosten.

3. Bij een PPI moeten de verzekeringen apart worden geregeld

Met een volmacht is het voor een PPI mogelijk om risicoverzekeringen aan te bieden, te accepteren, te beheren en over te communiceren. Er is sprake van een geïntegreerde dienstverlening met één aanspreekpunt en één uitvoeringsovereenkomst. De verzekeringen zijn dus een integraal onderdeel van de pensioenregeling.

4. Alle risico’s liggen bij de deelnemer

In geval van arbeidsongeschiktheid en overlijden krijgt de werknemer een gegarandeerde uitkering. Dit zijn risico’s die je met elkaar draagt in collectiviteit, omdat je die niet alleen kunt dragen. Solidaire elementen dus. Het ouderdomspensioen wordt wel individueel opgebouwd. Door zorgvuldig te beleggen worden de beleggings- en renterisico’s grotendeels beheerst. De resterende risico’s kunnen uitstekend zelf worden gedragen gezien de lange beleggingshorizon. Daar hoort dan wel inzicht in de mate van risico bij en het kunnen uitoefenen van invloed op de mate van risico.

5. Werknemers willen garantie

Uit onderzoek van Motivaction (2010) is gebleken dat 73% van de Nederlanders zekerheid wil over de hoogte van zijn pensioen. Zodra echter duidelijk werd wat het effect was van de geboden zekerheid, koos 46% van die mensen voor meer risico met de pensioenbeleggingen. Inzicht in de effecten van garanties brengt mensen dus tot andere keuzes.